Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aai:
  2. aaien:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aai (Nederlands) in het Duits

aai:

aai [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de aai (streling; liefkozing; aanhalen; )
    der Kitzel; Streicheln; die Streicheleinheit; der Reiz; die Liebkosung

Vertaal Matrix voor aai:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kitzel aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien kriebeling
Liebkosung aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanhalen; aanhaling; knuffel; liefkozing; streling
Reiz aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanlokkelijkheid; aanmoediging; aansporing; aantrekkelijkheid; aantrekkingskracht; animering; attractiviteit; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; bevalligheid; charme; fascinatie; gratie; impuls; lieflijkheid; lieftalligheid; luim; opwekking; opwelling; prikkel; stimulans; stimulering
Streicheleinheit aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien aanhalen; aanhaling; knuffel; liefkozing; streling
Streicheln aai; aaiing; aanhalen; gestreel; liefkozing; streling; vleien

Verwante woorden van "aai":


Wiktionary: aai

aai
noun
  1. streling, liefkozing

aai vorm van aaien:

aaien werkwoord (aai, aait, aaide, aaiden, geaaid)

  1. aaien (strelen)
    streicheln; knutschen; kitzeln
    • streicheln werkwoord (streichele, streichelst, streichelt, streichelte, streicheltet, gestreichelt)
    • knutschen werkwoord (knutsche, knutschest, knutscht, knutschte, knutschtet, geknutscht)
    • kitzeln werkwoord (kitzele, kitzelst, kitzelt, kitzelte, kitzeltet, gekitzelt)

Conjugations for aaien:

o.t.t.
  1. aai
  2. aait
  3. aait
  4. aaien
  5. aaien
  6. aaien
o.v.t.
  1. aaide
  2. aaide
  3. aaide
  4. aaiden
  5. aaiden
  6. aaiden
v.t.t.
  1. heb geaaid
  2. hebt geaaid
  3. heeft geaaid
  4. hebben geaaid
  5. hebben geaaid
  6. hebben geaaid
v.v.t.
  1. had geaaid
  2. had geaaid
  3. had geaaid
  4. hadden geaaid
  5. hadden geaaid
  6. hadden geaaid
o.t.t.t.
  1. zal aaien
  2. zult aaien
  3. zal aaien
  4. zullen aaien
  5. zullen aaien
  6. zullen aaien
o.v.t.t.
  1. zou aaien
  2. zou aaien
  3. zou aaien
  4. zouden aaien
  5. zouden aaien
  6. zouden aaien
en verder
  1. ben geaaid
  2. bent geaaid
  3. is geaaid
  4. zijn geaaid
  5. zijn geaaid
  6. zijn geaaid
diversen
  1. aai!
  2. aait!
  3. geaaid
  4. aaiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aaien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kitzeln aaien; strelen jeuken; kietelen; kittelen; kriebelen; opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren
knutschen aaien; strelen obsederen
streicheln aaien; strelen knuffelen; koesteren; lief doen; liefkozen

Verwante woorden van "aaien":


Wiktionary: aaien

aaien
verb
  1. zachtjes strelen
aaien
verb
  1. streicheln, zu jemanden zärtlich sein
  2. etwas/jemanden streicheln; (meist mit der flachen Hand bzw. mit den Fingern) sanft über das Äußere eines Tieres, Menschen oder selten auch Gegenstandes fahren

Cross Translation:
FromToVia
aaien streicheln pet — fondle (an animal)
aaien streicheln pet — fondle (another person) amorously
aaien streicheln; streichen stroke — to move one's hand or an object over the surface of
aaien streicheln caresser — Traductions à trier suivant le sens