Nederlands
Uitgebreide vertaling voor 'm smeren (Nederlands) in het Duits
'm smeren:
-
'm smeren ('m piepen)
Conjugations for 'm smeren:
o.t.t.
- smeer 'm
- smeert 'm
- smeert 'm
- smeeren 'm
- smeeren 'm
- smeeren 'm
o.v.t.
- smeerde 'm
- smeerde 'm
- smeerde 'm
- smeerden 'm
- smeerden 'm
- smeerden 'm
v.t.t.
- ben 'm gesmeerd
- bent 'm gesmeerd
- is 'm gesmeerd
- zijn 'm gesmeerd
- zijn 'm gesmeerd
- zijn 'm gesmeerd
v.v.t.
- was 'm gesmeerd
- was 'm gesmeerd
- was 'm gesmeerd
- waren 'm gesmeerd
- waren 'm gesmeerd
- waren 'm gesmeerd
o.t.t.t.
- zal 'm smeren
- zult 'm smeren
- zal 'm smeren
- zullen 'm smeren
- zullen 'm smeren
- zullen 'm smeren
o.v.t.t.
- zou 'm smeren
- zou 'm smeren
- zou 'm smeren
- zouden 'm smeren
- zouden 'm smeren
- zouden 'm smeren
diversen
- smeer 'm!
- smeert 'm!
- 'm gesmeerd
- 'm smerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor 'm smeren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ausreißen | 'm piepen; 'm smeren | de plaat poetsen; ergens uitscheuren; ervandoor gaan; hem smeren; lopend weggaan; losbreken; ontglippen; ontkomen; ontsnappen; ontsnappen aan; ontvluchten; uitrukken; uitscheuren; uitwijken; uitwijken voor iets; vluchten; wegkomen; weglopen; wegrennen; wegvluchten; zich met geweld losbreken; zich uit de voeten maken; zich vrijmaken |
| wegrennen | 'm piepen; 'm smeren | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ausreißen | uitgedrukt; uitgeknepen |