Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
-
uitmelken:
-
Wiktionary:
uitmelken → ausreizen, ausschöpfen, ausbeuten, ausnutzen, exploitieren, nutzen, nutzbar machen, abbauen
-
Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitmelken (Nederlands) in het Duits
uitmelken: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Wiktionary: uitmelken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitmelken | → ausreizen; ausschöpfen | ↔ milk — to take advantage of situation |
• uitmelken | → ausbeuten; ausnutzen; exploitieren; nutzen; nutzbar machen; abbauen | ↔ exploiter — faire valoir une chose, en tirer le profit du produit. |