Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tiet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tiet (Nederlands) in het Duits

tiet:

tiet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tiet (vrouwenborst)
    die Titte; die Zitze; die Brust
    • Titte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Zitze [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Brust [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tiet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Brust tiet; vrouwenborst boezem; borst; borsten; prammen; tieten
Titte tiet; vrouwenborst
Zitze tiet; vrouwenborst koeieuier; tepel; tepeltje; uier

Verwante woorden van "tiet":


Wiktionary: tiet

tiet
noun
  1. vrouwelijke borst
tiet
noun
  1. Biologie: zum Säugen dienendes Organ bei weiblichen Säugetieren

Cross Translation:
FromToVia
tiet Zitze; Euter tit — a mammary gland, teat
tiet Titte; Brust; Möpse tit — (slang, vulgar) a woman's breast
tiet Brust; Mutterbrust mamellepartie charnue et glanduleux du sein des mammifères femelles où se forme le lait.