Nederlands

Uitgebreide vertaling voor streng (Nederlands) in het Duits

streng:

streng bijvoeglijk naamwoord

  1. streng (niet toegevend; gestreng)
    streng; stark; herrisch
  2. streng (stringent; dwingend; bindend; strikt)
    schlüssig; stringent
  3. streng (strikt; stringent; onvermurwbaar)
    strikt; streng; unerbittlich; gerade; genau; gewissenhaft; gebieterisch
  4. streng (volgens de regels; strikt)
    streng; nach allen Regeln

streng [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de streng (haarstreng; haarvlecht)
    die Haarsträhne; der Haarzopf; der Zopf

Vertaal Matrix voor streng:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Haarsträhne haarstreng; haarvlecht; streng haarsliert
Haarzopf haarstreng; haarvlecht; streng haarvlecht; vlecht
Zopf haarstreng; haarvlecht; streng paardenstaart; staart; staartvormige haardracht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebieterisch onvermurwbaar; streng; strikt; stringent bazig; bevelend; heerszuchtig; overheersend
genau onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; bekrompen; benepen; betrekking hebbend op economie; conscientieus; correct; desgelijks; dito; economisch; evenzo; exact; gedetailleerd; goed; juist; kleingeestig; kleinzielig; kloppend; krek; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; ook; op dezelfde wijze; precies; precies zo; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; uitgerekend; waar; zorgvuldig
gerade onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; daarnet; eerlijk; frank; glad neerliggend; juist; lineair; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; nog maar pas; op het moment; open; oprecht; overeind; pas; precies; rechtaan; rechtop; rechtschapen; rechttoe; secuur; sluik; staand; zojuist; zonet; zopas; zoëven
gewissenhaft onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; conscientieus; consciëntieus; correct; gedetailleerd; gewetensvol; goed; juist; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; scrupuleus; secuur; stipt; zorgvuldig
herrisch gestreng; niet toegevend; streng bazig; heerszuchtig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; overheersend
nach allen Regeln streng; strikt; volgens de regels
schlüssig bindend; dwingend; streng; strikt; stringent
stark gestreng; niet toegevend; streng agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; erg; fantastisch; fel; ferm; flink; fors; frequent; fysiek sterk; gaaf; geducht; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heftig; heldhaftig; heroïsch; hevig; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; krachtig; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
streng gestreng; niet toegevend; onvermurwbaar; streng; strikt; stringent; volgens de regels hard; hardop; houterig; keihard; koud; laag van temperatuur; luid; oorverdovend; pittig; stijf; stijve; straf; stram; stroef
strikt onvermurwbaar; streng; strikt; stringent accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; ragfijn; secuur; zorgvuldig
stringent bindend; dwingend; streng; strikt; stringent afdoend; broodnodig; hoognodig; klemmend; overtuigend
unerbittlich onvermurwbaar; streng; strikt; stringent onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; rigoureus

Verwante woorden van "streng":

  • strengheid, strengen, strenger, strengere, strengst, strengste, strenge

Antoniemen van "streng":


Verwante definities voor "streng":

  1. ineengevlochten bundel1
    • ze kocht een strengetje borduurzijde1
  2. wie zich strak aan de regels houdt en niet toegeeft1
    • mijn ouders waren erg streng1

Wiktionary: streng


Cross Translation:
FromToVia
streng streng strict — governed or governing by exact rules
streng streng austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
streng rigoros rigoureux — Qui faire preuve de rigueur, qui est d’une sévérité inflexible.
streng streng sévère — Qui est rigide, sans indulgence.

Verwante vertalingen van streng



Duits

Uitgebreide vertaling voor streng (Duits) in het Nederlands

streng:

streng bijvoeglijk naamwoord

  1. streng (stark; herrisch)
    streng; gestreng; niet toegevend
  2. streng (nach allen Regeln)
    strikt; volgens de regels; streng
  3. streng (laut; hart; schnell; )
    hard; luid; hardop
    • hard bijvoeglijk naamwoord
    • luid bijvoeglijk naamwoord
    • hardop bijwoord
  4. streng (strikt; unerbittlich; gerade; )
    streng; strikt; stringent; onvermurwbaar
  5. streng (frostig; kahl; rauh; )
    koud; laag van temperatuur
  6. streng (stramm; steif; schwerfällig; )
    stijf; stroef; houterig; stram; stijve
  7. streng (straff; fest; eisern; handfest)
    pittig; straf
    • pittig bijvoeglijk naamwoord
    • straf bijvoeglijk naamwoord
  8. streng (ohrenbetäubend; laut; schwierig; )
    oorverdovend; keihard

Vertaal Matrix voor streng:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijve Erection; Steife
straf Bestrafung; Freiheitsstrafe; Gefängnisstrafe; Haft; Strafe; Züchtigung
streng Haarsträhne; Haarzopf; Zopf
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gestreng herrisch; stark; streng
hard fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft anzüglich; blitzschnell; brutal; emotielos; gellend; geräuschvoll; gewaltsam; gewalttätig; grell; grob; haarig; hartherzig; herzlos; höllisch; laut; lautstark; lärmend; mit hoher Geschwindigkeit; mitleidslos; rauh; roh; rücksichtslos; rüde; schrill; schroff; unbarmherzig; unberührt; unsanft; unzart; wild
houterig hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
keihard eisenhart; eisenstark; eisern; gefühllos; hart; herb; hörbar; laut; ohrenbetäubend; schrill; schwierig; stahlhart; streng; unsanft blitzschnell; eisenhart; eisenstark; glashart; hart; knallhart; mit hoher Geschwindigkeit; stahlhart; steinhart
koud dürr; frostig; füchterlich; himmelschreiend; kahl; rauh; streng; wüst cool; fröstelnd; gleichgültig; kalt; kaltherzig; klatblütig; unberürht; ungerührt
luid fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; laut; lauthals; lautstark; lärmend; lärmig
onvermurwbaar gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; streng; strikt; unerbittlich dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; starrköpfig; störrisch; trotzig; unerbittlich; unnachsichtig; unversöhnlich
oorverdovend eisenhart; eisenstark; eisern; gefühllos; hart; herb; hörbar; laut; ohrenbetäubend; schrill; schwierig; stahlhart; streng; unsanft
pittig eisern; fest; handfest; straff; streng eine heftige Debatte; feurig; gepfeffert; gewürzt; gezalzenes; heftige; herzhaft; pikant; prikelnder Geschmack; scharf; würzig
stijf hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt abgemessen reden
stijve hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
straf eisern; fest; handfest; straff; streng
stram hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
streng gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; herrisch; nach allen Regeln; stark; streng; strikt; unerbittlich schlüssig; stringent
strikt gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; nach allen Regeln; streng; strikt; unerbittlich akkurat; genau; haargenau; korrekt; pünktlich; schlüssig; stringent
stringent gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; streng; strikt; unerbittlich schlüssig; stringent
stroef hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hardop fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laag van temperatuur dürr; frostig; füchterlich; himmelschreiend; kahl; rauh; streng; wüst
niet toegevend herrisch; stark; streng
volgens de regels nach allen Regeln; streng

Synoniemen voor "streng":


Wiktionary: streng


Cross Translation:
FromToVia
streng zwaar; wreed harsh — severe or cruel
streng rigoureus rigorous — Manifesting, exercising, or favoring rigor; allowing no abatement or mitigation; scrupulously accurate
streng streng strict — governed or governing by exact rules
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
streng guur; scherp; snerpend; snijdend; vlijmend; hatelijk; bijtend; doordringend; fel; schel; schril; zuur aigre — Qui a une saveur acide et amère provoquant un sentiment désagréable.
streng schril; schel; snerpend; hatelijk; acuut; helder; scherp; bijtend; doordringend; fel; guur aigu — Qui a un aspect pointu, tranchant, voire déchirer.
streng bar; duchtig; hard; straf; streng; zwaar austère — Qui est rigoureux pour le corps et qui mortifier les sens et l’esprit. — note Se dit surtout des doctrines et des pratiques religieux.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend coupant — Qui couper.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend cuisant — Qui produire une douleur âpre et aiguë.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; fijn; spitsvondig; subtiel; ad rem; geestig; gevat; snedig; gekuist findélié, menu, mince ou étroit.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend incisif — Qui couper ou qui est propre à couper.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend mordant — didact|fr Qui mordre.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; bits; snibbig perçant — Qui percer, qui pénétrer.
streng pikant; guur; scherp; snerpend; snijdend; vlijmend; kruidig; prikkelend; hatelijk; bijtend; doordringend; fel; schel; schril piquant — Qui piquer.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; puntig; spits; vooruitstrevend pointu — Qui se termine en pointe
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend pénétrant — Qui pénétrer.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors.
streng bar; duchtig; hard; straf; streng; zwaar sévère — Qui est rigide, sans indulgence.
streng bitter; bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
streng bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.

Verwante vertalingen van streng