Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. relatief:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor relatief (Nederlands) in het Duits

relatief:

relatief bijvoeglijk naamwoord

  1. relatief (betrekkelijk)
    relativ; verhältnismäßig; ziemlich; vergleichend

Vertaal Matrix voor relatief:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
relativ betrekkelijk; relatief behoorlijk; nogal; redelijk; tamelijk; vergelijkend
vergleichend betrekkelijk; relatief vergelijkend
verhältnismäßig betrekkelijk; relatief behoorlijk; naar verhouding; nogal; redelijk; tamelijk
ziemlich betrekkelijk; relatief aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; terdege; vrij veel; vrij wat; wel degelijk

Wiktionary: relatief

relatief
adjective
  1. betrekkelijk

Cross Translation:
FromToVia
relatief vergleichsweise; relativ relative — conditional; depending on something else
relatief relativ; verhältnismäßig relatively — proportionally