Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. notaris:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor notaris (Nederlands) in het Duits

notaris:

notaris [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de notaris
    der Notar
    • Notar [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor notaris:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Notar notaris

Verwante woorden van "notaris":

  • notarissen

Wiktionary: notaris

notaris
noun
  1. jurist die bevoegd is om authentieke documenten op te maken
notaris
noun
  1. unparteiischer Jurist, der Rechtsgeschäfte beurkundet und Unterschriften beglaubigt

Cross Translation:
FromToVia
notaris Notar notary — notary public
notaris Notar notaireofficier ministériel qui recevoir ou rédiger les contrats, les obligations, les transactions et les autres actes volontaires et leur conférer l’authenticité.

Verwante vertalingen van notaris