Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lemma:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lemma:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lemma (Nederlands) in het Duits

lemma:

lemma [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lemma (hoofdwoord)
    Hauptwort

Vertaal Matrix voor lemma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hauptwort hoofdwoord; lemma trefwoord

Wiktionary: lemma

lemma
noun
  1. het eerste woord van een artikel in een woordenboek of encyclopedie
  2. een woordenboekartikel
  3. een hulpstelling waarvan de juistheid in afwachting van nader bewijs wordt aangenomen
lemma
noun
  1. Mathematik, Logik: ein Satz, der Bedeutung vor allem als Hilfssatz im Beweis eines wichtigeren Satzes hat
  2. Lexikographie, Linguistik: das Stichwort in der Grundform eines Wortes (also die Form, unter der man ein Wort im Lexikon sucht); siehe auch: Lemmaselektion

Cross Translation:
FromToVia
lemma Lemma lemma — mathematics: proposition used mainly in the proof of some other proposition



Duits

Uitgebreide vertaling voor lemma (Duits) in het Nederlands

Lemma:


Synoniemen voor "Lemma":


Wiktionary: Lemma

Lemma
noun
  1. Mathematik, Logik: ein Satz, der Bedeutung vor allem als Hilfssatz im Beweis eines wichtigeren Satzes hat
  2. Lexikographie, Linguistik: das Stichwort in der Grundform eines Wortes (also die Form, unter der man ein Wort im Lexikon sucht); siehe auch: Lemmaselektion
Lemma
noun
  1. een trefwoord dat te vinden is in een woordenboek
  2. het eerste woord van een artikel in een woordenboek of encyclopedie
  3. een hulpstelling waarvan de juistheid in afwachting van nader bewijs wordt aangenomen
  4. een titelwoord van een stuk tekst in een catalogus, woordenboek of encyclopedie

Cross Translation:
FromToVia
Lemma lemma lemma — mathematics: proposition used mainly in the proof of some other proposition