Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: bemanning

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: bemanning

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

bemanning:
- Bemannung; Mannschaft; Truppe
Wiktionary:
- bemanning → Mannschaft, Besatzung
- bemanning → Besatzung

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bemanning (Nederlands) in het Duits

bemanning:

bemanning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de bemanning
die Bemannung; die Mannschaft; die Truppe
- Bemannung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mannschaft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Truppe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bemanning:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bemannung	bemanning	landbouwploeg; ploeg
Mannschaft	bemanning	elf; elftal; equipe
Truppe	bemanning	bende; brigade; drom; groep; hoop; horde; massa; menigte; schare

Verwante woorden van "bemanning":

bemanningen

Wiktionary: bemanning

bemanning

noun

de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten
- bemanning → Mannschaft; Besatzung

bemanning

noun

Verkehrswesen: die Gesamtheit aller Seeleute auf einem Boot, Schiff, Luftschiff, Raumschiff oder Flugboot bzw. diejenigen Angestellten einer Fluggesellschaft, die sich im fliegenden Flugzeug befinden
- Besatzung → bemanning

Cross Translation:

From	To	Via
• bemanning	→ Besatzung	↔ crew — group of people operating a large facility or piece of equipment