Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. baarmoeder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baarmoeder (Nederlands) in het Duits

baarmoeder:

baarmoeder [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de baarmoeder (schoot)
    die Gebärmutter; Mutterleib

Vertaal Matrix voor baarmoeder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gebärmutter baarmoeder; schoot
Mutterleib baarmoeder; schoot

Verwante woorden van "baarmoeder":

  • baarmoeders

Wiktionary: baarmoeder

baarmoeder
noun
  1. een voortplantingsorgaan van vrouwen waarin de vrucht zich ontwikkelt
baarmoeder
noun
  1. Anatomie: ein Abschnitt der Ausleitungswege der weiblichen Geschlechtsorgane zwischen Eileiter und Scheide

Cross Translation:
FromToVia
baarmoeder Mutterleib; Gebärmutter; Schoß; Uterus womb — uterus
baarmoeder Gebärmutter; Uterus utérus — anatomie|fr organe de la gestation chez la femme et les femelles des autres mammifères.