Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vonnis (Nederlands) in het Duits

vonnis:

vonnis [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vonnis (oordeelvelling; uitspraak)
    der Ausspruch; die Entscheidung; Urteil; der Urteilsspruch
  2. het vonnis (veroordeling)
    Urteil; die Verurteilung; der Urteilsspruch
  3. het vonnis
    die Urteil
    • Urteil [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vonnis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausspruch oordeelvelling; uitspraak; vonnis aangifte; aanhaling; bevestiging; bewering; citaat; declaratie; mededeling; opheldering; quote; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
Entscheidung oordeelvelling; uitspraak; vonnis aanhaling; beslissing; citaat; mening; opinie; overtuiging; quote; uitspraak; vonnisvelling
Urteil oordeelvelling; uitspraak; veroordeling; vonnis aanhaling; citaat; het uitspreken; mening; opinie; overtuiging; quote; uitspraak; vonnisspreking
Urteilsspruch oordeelvelling; uitspraak; veroordeling; vonnis aanhaling; citaat; quote
Verurteilung veroordeling; vonnis schuldig verklaring; schuldigverklaring; veroordeling

Verwante woorden van "vonnis":


Verwante definities voor "vonnis":

  1. uitspraak van een rechter over schuld en straf1
    • volgens het vonnis moet hij de gevangenis in1

Wiktionary: vonnis

vonnis
noun
  1. een beslissing van een rechter in dagvaardingsprocedures

Cross Translation:
FromToVia
vonnis Urteil sentence — decision of a jury
vonnis Verdikt; Wahrspruch; Denkspruch; Sentenz; Spruch sentenceapophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.

vonnissen:

vonnissen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vonnissen (oordeelvellingen)
    der Urteilssprüche

vonnissen werkwoord (vonnis, vonnist, vonniste, vonnisten, gevonnist)

  1. vonnissen (vonnis uitspreken)
    verurteilen; aburteilen
    • verurteilen werkwoord (verurteile, verurteilst, verurteilt, verurteilte, verurteiltet, verurteilt)
    • aburteilen werkwoord (urteile ab, urteilst ab, urteilt ab, urteilte ab, urteiltet ab, abgeurteilt)
  2. vonnissen (veroordelen)
    verurteilen; das Urteil sprechen
    • verurteilen werkwoord (verurteile, verurteilst, verurteilt, verurteilte, verurteiltet, verurteilt)
    • das Urteil sprechen werkwoord (spreche das Urteil, sprichst das Urteil, spricht das Urteil, sprach das Urteil, spracht das Urteil, das Urteil gesprochen)

Conjugations for vonnissen:

o.t.t.
  1. vonnis
  2. vonnist
  3. vonnist
  4. vonnissen
  5. vonnissen
  6. vonnissen
o.v.t.
  1. vonniste
  2. vonniste
  3. vonniste
  4. vonnisten
  5. vonnisten
  6. vonnisten
v.t.t.
  1. heb gevonnist
  2. hebt gevonnist
  3. heeft gevonnist
  4. hebben gevonnist
  5. hebben gevonnist
  6. hebben gevonnist
v.v.t.
  1. had gevonnist
  2. had gevonnist
  3. had gevonnist
  4. hadden gevonnist
  5. hadden gevonnist
  6. hadden gevonnist
o.t.t.t.
  1. zal vonnissen
  2. zult vonnissen
  3. zal vonnissen
  4. zullen vonnissen
  5. zullen vonnissen
  6. zullen vonnissen
o.v.t.t.
  1. zou vonnissen
  2. zou vonnissen
  3. zou vonnissen
  4. zouden vonnissen
  5. zouden vonnissen
  6. zouden vonnissen
diversen
  1. vonnis!
  2. vonnist!
  3. gevonnist
  4. vonnissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vonnissen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Urteilssprüche oordeelvellingen; vonnissen berechten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aburteilen vonnis uitspreken; vonnissen afkeuren; ongeschikt verklaren; verdoemen; veroordelen tot de hel
das Urteil sprechen veroordelen; vonnissen berechten; verdoemen; veroordelen tot de hel; vervolgen
verurteilen veroordelen; vonnis uitspreken; vonnissen afkeuren; berechten; verdoemen; veroordelen; veroordelen tot de hel; vervolgen

Verwante woorden van "vonnissen":


Wiktionary: vonnissen


Cross Translation:
FromToVia
vonnissen verurteilen convict — to find guilty
vonnissen richten; urteilen; beurteilen juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.

Verwante vertalingen van vonnis