Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- rechtzetten:
-
Wiktionary:
- rechtzetten → berichtigen
- rechtzetten → korrigieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor rechtzetten (Nederlands) in het Duits
rechtzetten:
-
rechtzetten (repareren; herstellen; fiksen; maken; goedmaken)
reparieren; wiederherstellen; erneuern; flicken; gutmachen; fixen; montieren; restaurieren; wiedereinsetzen; ausbessern; hinkriegen; innovieren; deichseln; wiederaufbauen-
wiederherstellen werkwoord (herstelle wieder, herstellst wieder, herstellt wieder, herstellte wieder, herstelltet wieder, wiederherstellt)
-
restaurieren werkwoord (restauriere, restaurierst, restauriert, restaurierte, restauriertet, restauriert)
-
wiedereinsetzen werkwoord (setze wieder ein, setzt wieder ein, setzte wieder ein, setztet wieder ein, wieder eingesetzt)
-
ausbessern werkwoord (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
-
wiederaufbauen werkwoord (baue wieder auf, baust wieder auf, baut wieder auf, baute wieder auf, bautet wieder auf, wiederaufgebaut)
-
rechtzetten (goedmaken; rechtstrijken)
-
rechtzetten (rectificeren)
korrigieren; richtigstellen; rektifizieren; berichtigen-
richtigstellen werkwoord (stelle richtig, stellst richtig, stellt richtig, stellte richtig, stelltet richtig, richtiggestellt)
-
rektifizieren werkwoord
-
berichtigen werkwoord (berichtige, berichtigest, berichtiget, berichtigete, berichtigetet, berichtigt)
Conjugations for rechtzetten:
o.t.t.
- zet recht
- zet recht
- zet recht
- zetten recht
- zetten recht
- zetten recht
o.v.t.
- zette recht
- zette recht
- zette recht
- zetten recht
- zetten recht
- zetten recht
v.t.t.
- heb rechtgezet
- hebt rechtgezet
- heeft rechtgezet
- hebben rechtgezet
- hebben rechtgezet
- hebben rechtgezet
v.v.t.
- had rechtgezet
- had rechtgezet
- had rechtgezet
- hadden rechtgezet
- hadden rechtgezet
- hadden rechtgezet
o.t.t.t.
- zal rechtzetten
- zult rechtzetten
- zal rechtzetten
- zullen rechtzetten
- zullen rechtzetten
- zullen rechtzetten
o.v.t.t.
- zou rechtzetten
- zou rechtzetten
- zou rechtzetten
- zouden rechtzetten
- zouden rechtzetten
- zouden rechtzetten
en verder
- is rechtgezet
- zijn rechtgezet
diversen
- zet recht!
- zet recht!
- rechtgezet
- rechttzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor rechtzetten:
Wiktionary: rechtzetten
rechtzetten
Cross Translation:
verb
-
met juiste informatie een misverstand corrigeren
- rechtzetten → berichtigen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rechtzetten | → korrigieren | ↔ rectify — to correct or amend something |
Computer vertaling door derden: