Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verraad (Nederlands) in het Duits

verraad:

verraad [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het verraad (felonie; trouweloosheid)
    der Verrat
    • Verrat [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verraad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Verrat felonie; trouweloosheid; verraad

Verwante definities voor "verraad":

  1. niet trouw zijn of uitleveren aan de vijand1
    • hij pleegde verraad toen hij zijn buurman aangaf1

Wiktionary: verraad

verraad
noun
  1. het schenden van trouw
verraad
noun
  1. Weitergabe von Informationen ohne das Einverständnis des Betroffenen

verraad vorm van verraden:

verraden werkwoord (verraad, verraadt, verried, verrieden, verraden)

  1. verraden (uitbrengen; verklikken; verklappen; )
    anzeigen; verraten; verpfeifen; petzen
    • anzeigen werkwoord (zeige an, zeigst an, zeigt an, zeigte an, zeigtet an, angezeigt)
    • verraten werkwoord
    • verpfeifen werkwoord (verpfeife, verpfeifst, verpfeift, verpfeifte, verpfeiftet, verpfeift)
    • petzen werkwoord (petze, petzst, petzt, petzte, petztet, gepetzt)
  2. verraden (verklikken; verklappen; klikken; verlinken)
    mitteilen; verraten; verpfeifen; angeben; anzeigen; petzen; denunzieren; stecken; zubringen; weitererzählen; austragen; zutragen; ausposaunen; herumerzählen
    • mitteilen werkwoord (teile mit, teilst mit, teilt mit, teilte mit, teiltet mit, mitgeteilt)
    • verraten werkwoord
    • verpfeifen werkwoord (verpfeife, verpfeifst, verpfeift, verpfeifte, verpfeiftet, verpfeift)
    • angeben werkwoord (gebe an, gibst an, gibt an, gab an, gabt an, angegeben)
    • anzeigen werkwoord (zeige an, zeigst an, zeigt an, zeigte an, zeigtet an, angezeigt)
    • petzen werkwoord (petze, petzst, petzt, petzte, petztet, gepetzt)
    • denunzieren werkwoord (denunziere, denunzierst, denunziert, denunzierte, denunziertet, denunziert)
    • stecken werkwoord (stecke, steckst, steckt, steckte, stecktet, gesteckt)
    • zubringen werkwoord (bringe zu, bringst zu, bringt zu, brachte zu, brachtet zu, zugebracht)
    • weitererzählen werkwoord (erzähle weiter, erzählst weiter, erzählt weiter, erzählte weiter, erzähltet weiter, weitererzählt)
    • austragen werkwoord (trage aus, trägst aus, trägt aus, trug aus, trugt aus, ausgetragen)
    • zutragen werkwoord (trage zu, trägst zu, trägt zu, trug zu, trugt zu, zugetragen)
    • ausposaunen werkwoord (posaune aus, posaunst aus, posaunt aus, posaunte aus, posauntet aus, ausposaunt)
    • herumerzählen werkwoord (erzähle herum, erzählst herum, erzählt herum, zählte herum, herumerzählt)
  3. verraden (verklappen; doorslaan)
    verraten; ausplaudern; ausschwatzen; ausplappern

Conjugations for verraden:

o.t.t.
  1. verraad
  2. verraadt
  3. verraadt
  4. verraden
  5. verraden
  6. verraden
o.v.t.
  1. verried
  2. verried
  3. verried
  4. verrieden
  5. verrieden
  6. verrieden
v.t.t.
  1. heb verraden
  2. hebt verraden
  3. heeft verraden
  4. hebben verraden
  5. hebben verraden
  6. hebben verraden
v.v.t.
  1. had verraden
  2. had verraden
  3. had verraden
  4. hadden verraden
  5. hadden verraden
  6. hadden verraden
o.t.t.t.
  1. zal verraden
  2. zult verraden
  3. zal verraden
  4. zullen verraden
  5. zullen verraden
  6. zullen verraden
o.v.t.t.
  1. zou verraden
  2. zou verraden
  3. zou verraden
  4. zouden verraden
  5. zouden verraden
  6. zouden verraden
diversen
  1. verraad!
  2. verraadt!
  3. verraden
  4. verradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verraden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angeben klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aangeven; brallen; declareren; grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven
anzeigen aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden aandienen; aangeven; adverteren; annonceren; berichten; declareren; iets melden; klikken; per advertentie aankondigen; verklappen; weergeven; wijzen naar
ausplappern doorslaan; verklappen; verraden
ausplaudern doorslaan; verklappen; verraden doormeppen; doorslaan; vergeven; weggeven; wegschenken
ausposaunen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden doorgeven; doormeppen; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; rondbrieven; rondvertellen; uitbazuinen
ausschwatzen doorslaan; verklappen; verraden
austragen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bestellen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; geven; inschrijving opheffen; orderen; rondbrieven; rondvertellen; schenken; ten einde dragen; uitdragen; uitspelen; uitstrooien; uitzaaien; verhaal vertellen; verhalen; verkondigen; verlenen; verstrekken; vertellen; voldragen
denunzieren klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden doorgeven; doorspelen; doorvertellen; klikken; rondbrieven; rondvertellen; verklappen
herumerzählen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
mitteilen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden berichten; beschrijven; erbij zeggen; iets melden; informeren; inlichten; klikken; mededelen; meedelen; melden; noemen; op de hoogte brengen; rapporteren; tippen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiteenzetten; uiten; uiting geven aan; van iets in kennis stellen; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; vermelden; verslag uitbrengen; vertellen; vertolken; verwittigen; verwoorden; waarschuwen; zeggen
petzen aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; kakelen; klappen; kletsen; klikken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; verklappen; wauwelen; zwammen
stecken klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden neerleggen; onderuit halen; opprikken; prikken; steken; steken geven
verpfeifen aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
verraten aanbrengen; aangeven; doorslaan; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden klikken; verklappen
weitererzählen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden babbelen; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
zubringen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden dichtkrijgen; toebrengen
zutragen klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verraten geklikt; verklapt; verklikt

Wiktionary: verraden

verraden
verb
  1. een geheim prijsgeven

Cross Translation:
FromToVia
verraden verraten betray — to deliver into the hands of an enemy
verraden verraten trahir — Faire une perfidie à quelqu’un ; lui manquer de foi.

Computer vertaling door derden: