Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. telling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telling (Nederlands) in het Duits

telling:

telling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de telling
    die Zählung
    • Zählung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor telling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zählung telling optelling; samentelling; som

Verwante woorden van "telling":

  • tellingen

Wiktionary: telling


Cross Translation:
FromToVia
telling zählen count — the act of counting
telling Anzahl count — the result of a tally that reveals the number of items in a set
telling Inventur recensementdénombrement ou inventaire de personnes, d’effets, de suffrages, etc.