Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opening (Nederlands) in het Duits

opening:

opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de opening (bres; gat)
    Loch; die Öffnung; die Bresche; die Einschläge; die Aufmachung; der Einschlag
  2. de opening (sleuf; gleuf; kier)
    der Schlitz; die Furche; der Falz
    • Schlitz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Furche [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Falz [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. de opening (aanvang; begin; start; inzet)
    der Anfang; der Beginn; die Eröffnung; der Start; Anfangen; die Einleitung
    • Anfang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Beginn [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Eröffnung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Start [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Anfangen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Einleitung [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. de opening (inkeping; kloof; reet; )
    der Einschnitt; die Spalte; der Riß; die Kerbe
    • Einschnitt [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spalte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Riß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kerbe [die ~] zelfstandig naamwoord
  5. de opening (langwerpige uitholling; gleuf; sleuf)
    die Rille; die Rinne; die Furche
    • Rille [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rinne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Furche [die ~] zelfstandig naamwoord
  6. de opening (deuropening)
    die Öffnung; die Türöffnung; Loch; die Höhle; die Grube; die Höhlung
    • Öffnung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Türöffnung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Loch [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Höhle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Grube [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Höhlung [die ~] zelfstandig naamwoord
  7. de opening (tussenruimte; kloof; uitsparing; spleet)
    die Aussparung; die Spalte; die Kluft; der Zwischenraum

Vertaal Matrix voor opening:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anfang aanvang; begin; inzet; opening; start aanhef; aanvangstijd; beginne; begintijd; binnenkomst; entree; hoofd; intocht; intrede; starttijd; titel; vertrektijd
Anfangen aanvang; begin; inzet; opening; start aanbreken van de dag; aanheffen; aanvangen; beginnen; effectief worden; ingaan; inzetten; openingsplechtigheid; start; van kracht worden
Aufmachung bres; gat; opening buitenkant; expulsie; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; uitdossing
Aussparung kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing bezuiniging; kostenverlaging
Beginn aanvang; begin; inzet; opening; start aanvangstijd; beginne; begintijd; starttijd; vertrektijd
Bresche bres; gat; opening
Einleitung aanvang; begin; inzet; opening; start introductie; invoering
Einschlag bres; gat; opening boekomslag; kaft; omslag
Einschläge bres; gat; opening eigenschap; karakterisering; karakteristiek; kenmerk; typering
Einschnitt barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing brandgang; haal; inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; kras; pennekras; scheiding; segregatie; snede; snee; snijwond; sponning; verbreking; vore
Eröffnung aanvang; begin; inzet; opening; start openbaring; verrassende ontdekking
Falz gleuf; kier; opening; sleuf groef; groeve; langwerpige uitholling; sponning
Furche gleuf; kier; langwerpige uitholling; opening; sleuf geul; groef; groeve; langwerpige uitholling; mijnschacht; sponning; vaargeul; vore
Grube deuropening; opening bouwput; bron; groeve; inspiratiebron; mijn; mijngroeve; mijnschacht
Höhle deuropening; opening grot; hol; holle ruimte; holte; nis; rotswoning; spelonk
Höhlung deuropening; opening groeve; holte; mijnschacht; nis
Kerbe barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; kerfsnede; snede; snee
Kluft kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing kloffie
Loch bres; deuropening; gat; opening box; buurtschap; gaatje; gat; gehucht; lek; lekken; opbergruimte; waterlek
Rille gleuf; langwerpige uitholling; opening; sleuf groef; groeve; langwerpige uitholling; ribbel; vore
Rinne gleuf; langwerpige uitholling; opening; sleuf geul; groef; groeve; kreek; langwerpige uitholling; vaargeul; vore
Riß barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing barst; breuk; krak; scheur; torn
Schlitz gleuf; kier; opening; sleuf boterham; insnijding; plak brood; snee; sneetje; split; sponning
Spalte barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; spleet; split; tussenruimte; uitsparing bergkloof; bergspleet; geluidsniveau; holte; kloof; kolom; kolom tekst op een pagina; muurnis; nis; paginagedeelte; rotskloof; scheur; spouw; torn; uitholling; volume
Start aanvang; begin; inzet; opening; start Start; beginpunt; lanceren; lancering; start
Türöffnung deuropening; opening
Zwischenraum kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing interim; spatie; tussenpoos; tussentijd
Öffnung bres; deuropening; gat; opening lek; lekken; openstelling
- gat
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Spalte kolom

Verwante woorden van "opening":


Synoniemen voor "opening":


Verwante definities voor "opening":

  1. ruimte die niet gevuld is1
    • je neus heeft twee openingen1
  2. handeling waardoor het niet meer gesloten is1
    • de opening van de tentoonstelling1

Wiktionary: opening

opening
noun
  1. Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte

Cross Translation:
FromToVia
opening Öffnung aperture — opening
opening Blende aperture — something which restricts the diameter of the light path through one plane in an optical system
opening Blendenzahl aperture — diameter of the aperture (in the sense above)
opening Loch hole — hollow in some surface
opening Loch hole — opening in a solid
opening Bresche; Lücke; Walldurchbruch; Mauerdurchbruch; Bruch; Spalt brèche — Traductions à trier suivant le sens
opening Rachen; Schlund; Abgrund; Tiefe gouffrecavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.
opening Rachen; Schlund gueulebouche chez les animaux carnassiers, chez certains poissons et certains gros reptiles.
opening Ajourarbeit; Durchbrucharbeit jour — Percement par lequel la lumière peut pénétrer