Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- maagdelijkheid:
- maagdelijk:
-
Wiktionary:
- maagdelijkheid → Jungfrauheid, Jungfräulichkeit, Virginität, Unschuld, Jungfernschaft
- maagdelijk → jungfräulich, jugendlich, jungferlich, virginal
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor maagdelijkheid (Nederlands) in het Duits
maagdelijkheid:
-
de maagdelijkheid (virginiteit; ongereptheid)
die Jungfräulichkeit
Vertaal Matrix voor maagdelijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Jungfräulichkeit | maagdelijkheid; ongereptheid; virginiteit |
Verwante woorden van "maagdelijkheid":
Wiktionary: maagdelijkheid
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maagdelijkheid | → Jungfrauheid | ↔ maidenhood — condition of being maiden |
• maagdelijkheid | → Jungfräulichkeit; Virginität; Unschuld | ↔ virginity — state of being a virgin |
• maagdelijkheid | → Jungfernschaft | ↔ pucelage — (familier, fr) État d’une personne vierge, c'est-à-dire qui n'a jamais eu de rapports sexuels. |
• maagdelijkheid | → Virginität; Jungfräulichkeit | ↔ virginité — État d’une personne qui est vierge. |
maagdelijkheid vorm van maagdelijk:
-
maagdelijk (ongerept; virginaal; puur; zuiver; onaangeraakt; gaaf)
pur; jungfräulich; ganz; rein; unberührt; fehlerfrei; unbeschädigt; unverfälscht; unangetastet; unversehrt; unbefleckt-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
jungfräulich bijvoeglijk naamwoord
-
ganz bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
unberührt bijvoeglijk naamwoord
-
fehlerfrei bijvoeglijk naamwoord
-
unbeschädigt bijvoeglijk naamwoord
-
unverfälscht bijvoeglijk naamwoord
-
unangetastet bijvoeglijk naamwoord
-
unversehrt bijvoeglijk naamwoord
-
unbefleckt bijvoeglijk naamwoord
-
-
maagdelijk (puur; zuiver; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis)
Vertaal Matrix voor maagdelijk:
Verwante woorden van "maagdelijk":
Wiktionary: maagdelijk
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maagdelijk | → jungfräulich | ↔ virgin — of a person, in a state of virginity |
• maagdelijk | → jugendlich; jungferlich; virginal | ↔ virginal — Qui est propre aux vierges, qui annonce la virginité. |