Nederlands

Uitgebreide vertaling voor juistheid (Nederlands) in het Duits

juistheid:

juistheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de juistheid (stiptheid; preciesheid)
    die Pünktlichkeit; die Genauigkeit; die Akkuratesse; die Präzision

Vertaal Matrix voor juistheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Akkuratesse juistheid; preciesheid; stiptheid accuratesse; correctheid; nauwgezetheid; nauwkeurigheid; nauwlettendheid; precisie
Genauigkeit juistheid; preciesheid; stiptheid accuratesse; correctheid; nauwgezetheid; nauwkeurigheid; nauwlettendheid; precisie
Präzision juistheid; preciesheid; stiptheid correctheid
Pünktlichkeit juistheid; preciesheid; stiptheid

Verwante woorden van "juistheid":


Wiktionary: juistheid

juistheid
noun
  1. Zuverlässigkeit einer Aussage, Richtigkeit, Rechtsgültigkeit

Cross Translation:
FromToVia
juistheid Korrektheit; Richtigkeit correctness — freedom from error

juistheid vorm van juist:

juist bijvoeglijk naamwoord

  1. juist (correct; goed; precies)
    gut; richtig; korrekt; gründlich; genau; einwandfrei; tadellos; akkurat; gewissenhaft; haargenau; peinlich genau; minuziös
  2. juist (daarnet; pas; net; zojuist; zonet)
    gerade; neulich; vorhin
  3. juist (kloppend; waar; precies; uitgerekend)
    wahr; richtig; genau; prezies
    • wahr bijvoeglijk naamwoord
    • richtig bijvoeglijk naamwoord
    • genau bijvoeglijk naamwoord
    • prezies bijvoeglijk naamwoord
  4. juist (krek; precies; net)
    genau; korrekt; richtig; haargenau
  5. juist (precies; exact)
    genau; korrekt; akkurat
  6. juist (adequaat; passend; geschikt; gepast)
    geeignet; passend; entsprechend; adäquat; angemessen; gemessen
  7. juist (zoëven)
    gerade; soeben; gerade eben; eben; eben noch

Vertaal Matrix voor juist:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passend precies passend maken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- correct; goed; terecht
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
richtig precies goed
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adäquat adequaat; gepast; geschikt; juist; passend passend
akkurat correct; exact; goed; juist; precies accuraat; exact; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; precies; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; voorzichtig; zorgvuldig
angemessen adequaat; gepast; geschikt; juist; passend behoorlijk; decent; deugdzaam; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; gepast; geschikt; geëigend; keurig; manierlijk; netjes; nogal; ordentelijk; passend; redelijk; tamelijk; welvoeglijk; zedig
eben juist; zoëven effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit; zopas
eben noch juist; zoëven
einwandfrei correct; goed; juist; precies absoluut; beslist; brandschoon; correct; foutloos; gaaf; keurig; loepzuiver; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; onbevlekt; onschuldig; onweerlegbaar; perfect; perfekt; puntgaaf; rein; ronduit; smetteloos; stellig; vast en zeker; vlekkeloos; volmaakt; zeker
entsprechend adequaat; gepast; geschikt; juist; passend in overeenstemming met; overeenkomstig; passend bij; respectievelijk; volgens
geeignet adequaat; gepast; geschikt; juist; passend bruikbare; gepast; geschikt; geëigend; handig; nuttig; passend; toepasbaar; toepasselijk; treffend
gemessen adequaat; gepast; geschikt; juist; passend afgemeten; opgemeten
genau correct; exact; goed; juist; kloppend; krek; net; precies; uitgerekend; waar accuraat; bekrompen; benepen; betrekking hebbend op economie; conscientieus; desgelijks; dito; economisch; evenzo; exact; gedetailleerd; kleingeestig; kleinzielig; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onvermurwbaar; ook; op dezelfde wijze; precies; precies zo; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
gerade daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet; zoëven accuraat; eerlijk; frank; glad neerliggend; lineair; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; nog maar pas; onvermurwbaar; op het moment; open; oprecht; overeind; precies; rechtaan; rechtop; rechtschapen; rechttoe; secuur; sluik; staand; streng; strikt; stringent; zopas
gerade eben juist; zoëven net; nog maar pas
gewissenhaft correct; goed; juist; precies accuraat; conscientieus; consciëntieus; gedetailleerd; gewetensvol; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onvermurwbaar; precies; scrupuleus; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; zorgvuldig
gründlich correct; goed; juist; precies absoluut; accuraat; betrouwbaar; boeiend; conscientieus; degelijk; deugdelijk; diepgaand; diepgravend; fascinerend; gedegen; gedetailleerd; grondig; helemaal; in het geheel; integrerend; met zorg; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; niet oppervlakkig; precies; secuur; totaal; van goede hoedanigheid; volkomen; zorgvuldig
gut correct; goed; juist; precies fantastisch; gaaf; geweldig; grandioos; groots; kiplekker; magnifiek; mieters; prima; schitterend; tof; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
haargenau correct; goed; juist; krek; net; precies accuraat; exact; gedetailleerd; haarfijn; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; punctueel; ragfijn; secuur; stipt; strikt; zorgvuldig
korrekt correct; exact; goed; juist; krek; net; precies aangekleed; accuraat; beschaafd; billijk; correct; coöperatief; decent; eerbaar; eerlijk; exact; fair; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gedetailleerd; gekleed; geschikt; keurig; manierlijk; medewerkend; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; netjes; onberispelijk; onbesproken; ontwikkeld; op een aardige manier; precies; punctueel; ragfijn; redelijk; schappelijk; secuur; stipt; strikt; vriendelijk; welvoeglijk; welwillend; zorgvuldig
minuziös correct; goed; juist; precies accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig
neulich daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet kortelings; kortgeleden; laatst; laatstelijk; onlangs; pas; recentelijk
passend adequaat; gepast; geschikt; juist; passend afgepast; behoorlijke; correct; gelegen; gemeten; gepast; gepaste; geschikt; geëigend; juiste; keurig; netjes; passend; passende; redelijke; tamelijke; toepasbaar; van pas
peinlich genau correct; goed; juist; precies consciëntieus; gewetensvol; met zorg; scrupuleus
prezies juist; kloppend; precies; uitgerekend; waar nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt
richtig correct; goed; juist; kloppend; krek; net; precies; uitgerekend; waar akkoord; in orde; mee eens; terecht; waar; waarachtig; werkelijk
soeben juist; zoëven zojuist; zonet; zoëven
tadellos correct; goed; juist; precies akkoord; correct; foutloos; gaaf; hoogwaardig; ideaal; in orde; keurig; loepzuiver; mee eens; mieters; netjes; onaangetast; onberispelijk; onbesproken; opgeruimd; ordelijk; patent; perfect; prima; puntgaaf; schitterend; schoon; tof; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; volmaakt; voortreffelijk
vorhin daarnet; juist; net; pas; zojuist; zonet
wahr juist; kloppend; precies; uitgerekend; waar echt; effectief; gewoonweg; heus; klinkklaar; metterdaad; openlijk; rechttoe; reëel; ronduit; waar; waarachtig; warempel; werkelijk

Verwante woorden van "juist":


Synoniemen voor "juist":


Antoniemen van "juist":


Verwante definities voor "juist":

  1. zoals het moet1
    • dit antwoord is juist1
  2. in tegenstelling tot wat je zou denken1
    • ik vind witlof niet vies, maar juist lekker1
  3. waar een goede reden voor is1
    • het is juist dat hij je straft, want je was ongehoorzaam1

Wiktionary: juist

juist
adjective
  1. zoals het moet, waar

Cross Translation:
FromToVia
juist richtig; korrekt; einwandfrei correct — free from error
juist gerecht; berechtigt just — morally fair, righteous
juist richtig; passend; angemessen proper — fit, suitable
juist richtig right — complying with justice, correct
juist exakt; akkurat; genau; sorgfältig; ordentlich; pünktlich; richtig; präzis; recht; zutreffend exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
juist recht; richtig; zutreffend; billig; gerecht juste — Qui est conforme au droit, à la raison et à la justice.
juist präzis; bestimmt; bündig; exakt; genau; pünktlich précis — Qui est entièrement déterminé, qui ne laisser place à aucune incertitude.
juist wahr; echt; recht; wahrhaft; im Recht; rechthabend vrai — Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.

Verwante vertalingen van juistheid