Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. boodschapper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor boodschapper (Nederlands) in het Duits

boodschapper:

boodschapper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de boodschapper
    der Bote; der Herold
    • Bote [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Herold [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor boodschapper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bote boodschapper aankondiger; aanwijzing; besteller; bezorger; bode; brievenbesteller; koerier; postbode; rondbrenger; voorbode; voorloper; voorteken
Herold boodschapper heraut

Verwante woorden van "boodschapper":

  • boodschappers

Wiktionary: boodschapper


Cross Translation:
FromToVia
boodschapper Kurier; Botschafter; Bote messenger — one who brings messages