Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: betrekking

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: betrekking

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

betrekking:
- Funktion; Stellung
Wiktionary:
- betrekking → Beziehung, Amt, Stellung, Bezug
- betrekking → Begegnung, Verhältnis, Zusammenhang, Eingang, Eintritt, Annahme, Aufnahme, Zusage, Entgegennahme, Empfang, Akzept, Posten, Amt, Anstellung, Dienst, Funktion, Tätigkeit, Wirksamkeit, Stätte, Terrain, Beziehung, Hinsicht, Verbindung, Erzählung, Geschichte, Bekannter, Leistung, Geschirr, Tisch-Service, Sektion

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor betrekking (Nederlands) in het Duits

betrekking:

betrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de betrekking (functie; ambt)
die Funktion; die Stellung
- Funktion [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stellung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor betrekking:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Funktion	ambt; betrekking; functie	baan; eigenschap; functie; hoedanigheid; werk; werkkring; werkplek
Stellung	ambt; betrekking; functie	baan; dienstbetrekking; functie; graad; job; niveau; peil; positie; werk; werkkring; werkplek
-	baan; positie; relatie; verband

Synoniemen voor "betrekking":

relatie; verband
baan; positie

Verwante definities voor "betrekking":

werk waarvoor je betaald wordt¹
- het leraarschap lijkt me een goede betrekking¹
het met elkaar omgaan¹
- de betrekkingen in onze familie zijn uitstekend¹
waar het mee te maken heeft¹
- die brief heeft geen betrekking op jou¹

Wiktionary: betrekking

betrekking

noun

een band of relatie
- betrekking → Beziehung
een bezigheid waaruit men inkomsten haalt
- betrekking → Amt; Stellung
een verband
- betrekking → Bezug

betrekking

noun

wechselseitiges Verhältnis zwischen beliebigen Objekten
- Beziehung → betrekking
Verhältnis, in dem Menschen oder Organisationen zueinander stehen
- Beziehung → betrekking; relatie

Cross Translation:

From	To	Via
• betrekking	→ Begegnung; Verhältnis; Zusammenhang; Eingang; Eintritt; Annahme; Aufnahme; Zusage; Entgegennahme; Empfang; Akzept	↔ abord — (vieilli) action d’arriver au bord, de toucher le rivage.
• betrekking	→ Posten; Amt; Anstellung; Dienst	↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose.
• betrekking	→ Funktion; Amt; Anstellung; Dienst; Tätigkeit; Wirksamkeit	↔ fonction — Activité qui tend à un but précis
• betrekking	→ Dienst; Amt; Anstellung	↔ office — Fonction, emploi
• betrekking	→ Posten; Stätte; Terrain	↔ place — lieu, endroit, espace qu’occuper ou que peut occuper une personne, une chose.
• betrekking	→ Beziehung; Hinsicht; Verbindung; Verhältnis; Erzählung; Geschichte; Bekannter; Zusammenhang	↔ relation — À trier
• betrekking	→ Leistung; Dienst; Geschirr; Tisch-Service; Sektion; Amt; Anstellung	↔ service — état, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité.

Verwante vertalingen van betrekking

¹Muiswerk Woordenboek