Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- troon:
-
Wiktionary:
- tronen → thronen
- troon → Thron
- troon → Herrschaft, Regentschaft, Thron
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tronen (Nederlands) in het Duits
tronen vorm van troon:
Vertaal Matrix voor troon:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Thron | gestoelte; troon; zetel |
Verwante woorden van "troon":
Wiktionary: troon
troon
Cross Translation:
noun
-
zetel waar een vorst op zit tijdens formele plechtigheden
- troon → Thron
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• troon | → Herrschaft; Regentschaft | ↔ reign — The exercise of sovereign power |
• troon | → Thron | ↔ throne — ornate seat |