Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- mengen:
-
Wiktionary:
- mengen → mischen
- mengen → vermischen, mischen, mixen, vermengen, mengen, zurückkehren, drehen, kehren, umdrehen, umwälzen, wenden, umwenden, zurücksenden, rühren
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- mengen:
- Mengen:
-
Wiktionary:
- mengen → mengen, mixen, temperen, vermengen, verwarren, wassen, draaien, keren, omdraaien, ronddraaien, wenden, wentelen, zwenken, retourneren, terugbezorgen, terugsturen, terugwijzen, heruitzenden, omkeren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor mengen (Nederlands) in het Duits
mengen:
-
mengen (bemoeien; inmengen)
-
mengen (vermengen; dooreenmengen)
Conjugations for mengen:
o.t.t.
- meng
- mengt
- mengt
- mengen
- mengen
- mengen
o.v.t.
- mengde
- mengde
- mengde
- mengden
- mengden
- mengden
v.t.t.
- heb gemengd
- hebt gemengd
- heeft gemengd
- hebben gemengd
- hebben gemengd
- hebben gemengd
v.v.t.
- had gemengd
- had gemengd
- had gemengd
- hadden gemengd
- hadden gemengd
- hadden gemengd
o.t.t.t.
- zal mengen
- zult mengen
- zal mengen
- zullen mengen
- zullen mengen
- zullen mengen
o.v.t.t.
- zou mengen
- zou mengen
- zou mengen
- zouden mengen
- zouden mengen
- zouden mengen
diversen
- meng!
- mengt!
- gemengd
- mengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor mengen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Mengen | melêren; mengen; mixen; vermengen | amalgamatie; fusie; versmelting |
Mischen | melêren; mengen; mixen; vermengen | |
Mixen | melêren; mengen; mixen; vermengen | |
Vermischen | melêren; mengen; mixen; vermengen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anrühren | dooreenmengen; mengen; vermengen | aanraken; aanroeren; aanstippen; beïnvloeden; even aanraken; ontroeren; raken; treffen; voelen |
bemühen | bemoeien; inmengen; mengen | |
mengen | dooreenmengen; mengen; vermengen | door elkaar schudden; husselen; hutselen |
mischen | dooreenmengen; mengen; vermengen | door elkaar schudden; husselen; hutselen; mixen; roeren |
vermengen | dooreenmengen; mengen; vermengen | door elkaar halen; in de war maken |
vermischen | dooreenmengen; mengen; vermengen |
Wiktionary: mengen
mengen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mengen | → vermischen; mischen; mixen; vermengen | ↔ mix — stir two or more substances together |
• mengen | → mengen; mischen | ↔ mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout |
• mengen | → zurückkehren; drehen; kehren; umdrehen; umwälzen; wenden; umwenden; zurücksenden; mengen; mischen | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |
• mengen | → rühren; mischen | ↔ touiller — mélanger, brasser, remuer. |
Verwante vertalingen van mengen
Duits
Uitgebreide vertaling voor mengen (Duits) in het Nederlands
mengen:
-
mengen (vermengen; mischen; vermischen; anrühren)
-
mengen (durcheinanderbringen; mischen; durchschütteln)
Conjugations for mengen:
Präsens
- menge
- mengst
- mengt
- mengen
- mengt
- mengen
Imperfekt
- mengte
- mengtest
- mengte
- mengten
- mengtet
- mengten
Perfekt
- habe gemengt
- hast gemengt
- hat gemengt
- haben gemengt
- habt gemengt
- haben gemengt
1. Konjunktiv [1]
- menge
- mengest
- menge
- mengen
- menget
- mengen
2. Konjunktiv
- mengte
- mengtest
- mengte
- mengten
- mengtet
- mengten
Futur 1
- werde mengen
- wirst mengen
- wird mengen
- werden mengen
- werdet mengen
- werden mengen
1. Konjunktiv [2]
- würde mengen
- würdest mengen
- würde mengen
- würden mengen
- würdet mengen
- würden mengen
Diverses
- meng!
- mengt!
- mengen Sie!
- gemengt
- mengend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor mengen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mengen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
vermengen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
door elkaar schudden | durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen | |
dooreenmengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen | |
husselen | durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen | |
hutselen | durcheinanderbringen; durchschütteln; mengen; mischen | |
mengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen | bemühen |
vermengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen |
Synoniemen voor "mengen":
Wiktionary: mengen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mengen | → mengen; mixen; temperen; vermengen; verwarren; wassen | ↔ mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout |
• mengen | → draaien; keren; omdraaien; ronddraaien; wenden; wentelen; zwenken; retourneren; terugbezorgen; terugsturen; terugwijzen; heruitzenden; mengen; mixen; temperen; vermengen; verwarren; wassen; omkeren | ↔ retourner — aller de nouveau en un lieu. |
Mengen:
-
Mengen (Mixen; Mischen; Vermischen)
-
Mengen (Amalgamation; Mischung; Verschmelzung; Gemisch; Vermischung)
Vertaal Matrix voor Mengen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
amalgamatie | Amalgamation; Gemisch; Mengen; Mischung; Vermischung; Verschmelzung | Amalgamation |
fusie | Amalgamation; Gemisch; Mengen; Mischung; Vermischung; Verschmelzung | Fusion; Verschmelzung; Zusammenschluß; Zusammenschmelzung |
melêren | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
mengen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
mixen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
vermengen | Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen | |
versmelting | Amalgamation; Gemisch; Mengen; Mischung; Vermischung; Verschmelzung | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mengen | anrühren; bemühen; mengen; mischen; vermengen; vermischen | |
mixen | bewegen; mischen; rühren | |
vermengen | anrühren; mengen; mischen; vermengen; vermischen |