Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. buurvrouw:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buurvrouw (Nederlands) in het Duits

buurvrouw:

buurvrouw [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de buurvrouw
    die Nachbarin

Vertaal Matrix voor buurvrouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Nachbarin buurvrouw buur

Verwante woorden van "buurvrouw":

  • buurvrouwen

Wiktionary: buurvrouw

buurvrouw
noun
  1. vrouw woonachtig in het belendende huis
buurvrouw
noun
  1. in unmittelbarer Nähe wohnende (weibliche) Person

Cross Translation:
FromToVia
buurvrouw Nachbarin; Nachbar neighbour — a person living on adjacent or nearby land