Nederlands
Uitgebreide vertaling voor blauwdruk (Nederlands) in het Duits
blauwdruk: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- blauw: blau
- druk: lustig; fleißig; heiter; frisch; fröhlich; lebhaft; munter; freudig; üppig; lebendig; geschäftig; gesellig; flott; eifrig; emsig; gedrängt; quick; vergnüglich; existent; angeheitert; geräuschvoll; freudvoll; Pression; beschäftigt; aktiv; Druck; Auflage; Zwang; Last; Spannung; Auflegung; ausgelassen; keck; angeregt; wohlgemut; Finanzielle Last
Spelling Suggesties voor: blauwdruk
Wiktionary: blauwdruk
Computer vertaling door derden: