Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bespieden:
-
Wiktionary:
- bespieden → bespitzeln
- bespieden → ausspionieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bespieden (Nederlands) in het Duits
bespieden:
-
bespieden (spioneren; spieden; bespioneren)
-
bespieden (verspieden)
nachgehen; prüfen; erkunden; erforschen; ergründen; spähen; bespitzeln; auskundschaften-
auskundschaften werkwoord (kundschafte aus, kundschaftest aus, kundschaftet aus, kundschaftete aus, kundschaftetet aus, ausgekundschaftet)
Conjugations for bespieden:
o.t.t.
- bespied
- bespiedt
- bespiedt
- bespieden
- bespieden
- bespieden
o.v.t.
- bespiedde
- bespiedde
- bespiedde
- bespiedden
- bespiedden
- bespiedden
v.t.t.
- heb bespied
- hebt bespied
- heeft bespied
- hebben bespied
- hebben bespied
- hebben bespied
v.v.t.
- had bespied
- had bespied
- had bespied
- hadden bespied
- hadden bespied
- hadden bespied
o.t.t.t.
- zal bespieden
- zult bespieden
- zal bespieden
- zullen bespieden
- zullen bespieden
- zullen bespieden
o.v.t.t.
- zou bespieden
- zou bespieden
- zou bespieden
- zouden bespieden
- zouden bespieden
- zouden bespieden
diversen
- bespied!
- bespiedt!
- bespied
- bespiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor bespieden:
Wiktionary: bespieden
bespieden
Cross Translation:
verb
-
iemand onopgemerkt in de gaten houden
- bespieden → bespitzeln
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bespieden | → ausspionieren | ↔ spy — to act as a spy |
Computer vertaling door derden: