Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. belust:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor belust (Nederlands) in het Duits

belust:

belust bijvoeglijk naamwoord

  1. belust (happig)
    versessen; begierig; erpicht

Vertaal Matrix voor belust:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begierig belust; happig begerend; begerig; gretig; gulzig; happig; verlangend; verzot; vraatzuchtig
erpicht belust; happig gretig; happig
versessen belust; happig gek van; verzot; verzot op

Verwante woorden van "belust":

  • belustheid, beluste

Wiktionary: belust


Cross Translation:
FromToVia
belust begierig; habgierig; lüstern; gierig; begehrlich avide — Qui a de l’avidité