Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- eigenschap:
-
Wiktionary:
- eigenschap → Besonderheit, Merkmal, Eigentümlichkeit, Charakteristikum, Eigenschaft, Funktion, Qualität, Beschaffenheit, Güte, Bauernhof, Besitzung, Gut, Landgut, Bauerngut
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor eigenschap (Nederlands) in het Duits
eigenschap:
-
de eigenschap (karaktertrek; karakteristiek; kenmerk; stigma)
-
de eigenschap (karakterisering; kenmerk; karakteristiek; typering)
die Eigenschaft; die Charakteristik; die Charakterbeschreibung; die Besonderheit; die Charakterisierung; die Eigenart; die Charakterskizze; die Charaktereigenschaft; die Spur; die Einschläge; die Charakterschilderung -
de eigenschap (kenmerk; karakteristiek)
-
de eigenschap (hoedanigheid)
-
de eigenschap (merkteken; kenmerk; merk)
-
de eigenschap
die Eigenschaft
Vertaal Matrix voor eigenschap:
Verwante woorden van "eigenschap":
Synoniemen voor "eigenschap":
Verwante definities voor "eigenschap":
Wiktionary: eigenschap
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• eigenschap | → Besonderheit; Merkmal; Eigentümlichkeit; Charakteristikum; Eigenschaft | ↔ feature — important or main item |
• eigenschap | → Eigenschaft; Merkmal; Besonderheit; Funktion | ↔ feature — computing: beneficial capability of a piece of software |
• eigenschap | → Eigenschaft | ↔ property — attribute or abstract quality associated with an object, individual or concept |
• eigenschap | → Eigenschaft | ↔ property — computing: an editable parameter associated with an application, or its value |
• eigenschap | → Qualität; Eigenschaft | ↔ quality — differentiating property or attribute |
• eigenschap | → Beschaffenheit; Güte; Bauernhof; Besitzung; Gut; Landgut; Bauerngut | ↔ propriété — Traductions à trier suivant le sens |
• eigenschap | → Beschaffenheit; Güte; Qualität | ↔ qualité — Traductions à trier suivant le sens |
Verwante vertalingen van eigenschap
Duits
Uitgebreide vertaling voor eigenschap (Duits) in het Nederlands
eigenschap: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- eigen: bloedeigen; precies; net; zorgvuldig; accuraat; stipt; secuur; typisch; kenmerkend; karakteristiek; typerend; tekenend; bijzonder; apart; vreemd; ongewoon; bizar; merkwaardig; eigenaardig; excentriek; curieus; zonderling; buitenissig; uitheems; vreemdsoortig; eigen; ragfijn
- CHAP: Challenge Handshake Authentication Protocol; CHAP