Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- aanslepen:
- aanslijpen:
-
Wiktionary:
- aanslepen → heranschleppen, anschleppen, herbeischleppen, hinziehen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor aanslepen (Nederlands) in het Duits
aanslepen:
-
aanslepen
Conjugations for aanslepen:
o.t.t.
- sleep aan
- sleept aan
- sleept aan
- slepen aan
- slepen aan
- slepen aan
o.v.t.
- sleepte aan
- sleepte aan
- sleepte aan
- sleepten aan
- sleepten aan
- sleepten aan
v.t.t.
- heb aangesleept
- hebt aangesleept
- heeft aangesleept
- hebben aangesleept
- hebben aangesleept
- hebben aangesleept
v.v.t.
- had aangesleept
- had aangesleept
- had aangesleept
- hadden aangesleept
- hadden aangesleept
- hadden aangesleept
o.t.t.t.
- zal aanslepen
- zult aanslepen
- zal aanslepen
- zullen aanslepen
- zullen aanslepen
- zullen aanslepen
o.v.t.t.
- zou aanslepen
- zou aanslepen
- zou aanslepen
- zouden aanslepen
- zouden aanslepen
- zouden aanslepen
diversen
- sleep aan!
- sleept aan!
- aangesleept
- aanslepende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aanslepen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
heranziehen | aanslepen | aankweken; aanplanten; consulteren; fokken; genereren; kweken; lenen; ontlenen; opkweken; planten; procreëren; raadplegen; telen; verbouwen; voortbrengen |
Wiktionary: aanslepen
aanslepen
verb
-
met moeite of in grote hoeveelheden aandragen
- aanslepen → heranschleppen; anschleppen; herbeischleppen
-
lang duren
- aanslepen → hinziehen
aanslepen vorm van aanslijpen:
-
aanslijpen
-
aanslijpen (slijpen)
Conjugations for aanslijpen:
o.t.t.
- slijp aan
- slijpt aan
- slijpt aan
- slijpen aan
- slijpen aan
- slijpen aan
o.v.t.
- sleep aan
- sleep aan
- sleep aan
- slepen aan
- slepen aan
- slepen aan
v.t.t.
- heb aangeslepen
- hebt aangeslepen
- heeft aangeslepen
- hebben aangeslepen
- hebben aangeslepen
- hebben aangeslepen
v.v.t.
- had aangeslepen
- had aangeslepen
- had aangeslepen
- hadden aangeslepen
- hadden aangeslepen
- hadden aangeslepen
o.t.t.t.
- zal aanslijpen
- zult aanslijpen
- zal aanslijpen
- zullen aanslijpen
- zullen aanslijpen
- zullen aanslijpen
o.v.t.t.
- zou aanslijpen
- zou aanslijpen
- zou aanslijpen
- zouden aanslijpen
- zouden aanslijpen
- zouden aanslijpen
diversen
- slijp aan!
- slijpt aan!
- aangeslepen
- aanslijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor aanslijpen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Anspitzen | aanslijpen | |
anspitzen | toespitsing | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anspitzen | aanslijpen; slijpen | aanpunten; aanscherpen; aanspitsen; iemand opstoken; opjutten; opzetten; punteren; spitsen |