Nederlands

Uitgebreide vertaling voor effectief (Nederlands) in het Duits

effectief:

effectief bijvoeglijk naamwoord

  1. effectief (doeltreffend; efficiënt; doelmatig; krachtig)
    effizient; effektiv; zweckmäßig
  2. effectief (heus; reëel; werkelijk; )
    wahr; wirklich; echt; wahrhaftig; das stimmt; ehrlich
  3. effectief
    effektiv

Vertaal Matrix voor effectief:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effektiv doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig betrouwbaar; daadwerkelijk; degelijk; deugdelijk; feitelijk; gedegen; in feite; in werkelijkheid; van goede hoedanigheid; werkelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
das stimmt echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk echt; heus; inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar; weliswaar; werkelijk
echt echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk contemplatief; echt; echte; heus; onvervalst; werkelijk; werkelijke
effizient doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig
ehrlich echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk billijk; contemplatief; echt; eerlijk; fair; fideel; geschikt; gewoonweg; heus; klinkklaar; menens; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; puur; rechtdoorzee; rechtschapen; redelijk; regelrecht; rondborstig; ronduit; schappelijk; trouwhartig; werkelijk
wahr echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk echt; gewoonweg; heus; juist; klinkklaar; kloppend; openlijk; precies; rechttoe; ronduit; uitgerekend; waar; waarachtig; werkelijk
wahrhaftig echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk daadwerkelijk; echt; ernstig; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; serieus; voorwaar; waarachtig; weliswaar; werkelijk; werkelijk menend
wirklich echt; effectief; heus; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk beslist; daadwerkelijk; echt; echte; eigenlijk; feitelijk; geheid; gewis; heus; in feite; in werkelijkheid; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; werkelijk; werkelijke; zeker; zowaar
zweckmäßig doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig zinrijk; zinvol

Verwante woorden van "effectief":

  • effectiefst, effectiefste

Wiktionary: effectief

effectief
adjective
  1. eine bestimmte aktive Wirkung habend, hervorrufend

Cross Translation:
FromToVia
effectief tatsächlich; konkret actual — existing in act or reality, not just potentially
effectief aktiv; tätig; geschäftig; unternehmend; werktätig; berufstätig; arbeitend; rührig; emsig; wirksam; zum Besitztum gehörend; zu den Aktiva gehörend; Aktiv-; effektiv; faktisch; tatsächlich; wirklich; greifbar; Effektiv- effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.

Verwante vertalingen van effectief