Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: want

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: want

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

want:
- denn
- Handschuh; Fäustling; Want; Tauwerk
Wiktionary:
- want → denn, weil, da, Fäustling, Want, Handschuh

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Want:
- tuigage; want; al het touwwerk aan boord; tuig
Wiktionary:
- Want → want

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor want (Nederlands) in het Duits

want:

want bijvoeglijk naamwoord

want
denn
- denn bijvoeglijk naamwoord

want [de ~] zelfstandig naamwoord

de want (handschoen)
der Handschuh; der Fäustling
- Handschuh [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fäustling [der ~] zelfstandig naamwoord
de want (al het touwwerk aan boord; tuigage; tuig)
die Want; Tauwerk
- Want [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tauwerk [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor want:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fäustling	handschoen; want
Handschuh	handschoen; want
Tauwerk	al het touwwerk aan boord; tuig; tuigage; want
Want	al het touwwerk aan boord; tuig; tuigage; want
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	namelijk
Conjunction	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	immers
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
denn	want	als; daadwerkelijk; dan; desalniettemin; desondanks; evengoed; immers; metterdaad; naar; niettegenstaande; omdat; toch; zoals

Verwante woorden van "want":

wanten, wants

Synoniemen voor "want":

immers; namelijk

Verwante definities voor "want":

er wordt een reden of argument genoemd¹
- Piet gaat niet naar de film want hij heeft hem al gezien¹
handschoen met aparte duim¹
- ze droegen dikke wanten bij het skiën¹

Wiktionary: want

Cross Translation:

From	To	Via
• want	→ denn; weil	↔ because — on account
• want	→ weil; da	↔ for — because
• want	→ Fäustling	↔ mitten — glove with a separate sheath for the thumb only
• want	→ Want	↔ shroud — mast support
• want	→ Handschuh	↔ gant — vête\|fr objet d’habillement, qui couvrir la main et chaque doigt séparément.

Duits

Uitgebreide vertaling voor want (Duits) in het Nederlands

Want:

Want [die ~] zelfstandig naamwoord

die Want (Tauwerk)
de tuigage; de want; al het touwwerk aan boord; het tuig
- tuigage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- want [de ~] zelfstandig naamwoord
- al het touwwerk aan boord [znw.] zelfstandig naamwoord
- tuig [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Want:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
al het touwwerk aan boord	Tauwerk; Want
tuig	Tauwerk; Want	Ausschuß; Gesindel; Joch; Lumpengesindel; Mob; Pöbel; Schund
tuigage	Tauwerk; Want	Segelwerk
want	Tauwerk; Want	Fäustling; Handschuh
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
want		denn

Wiktionary: Want

Cross Translation:

From	To	Via
• Want	→ want	↔ shroud — mast support

¹Muiswerk Woordenboek