Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: snoeken

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: snoeken

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

snoek:
- Hecht
Wiktionary:
- snoeken → fischen, angeln
- snoek → Hecht
- snoek → Hecht

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snoeken (Nederlands) in het Duits

snoeken:

Verwante woorden van "snoeken":

snoek

Wiktionary: snoeken

Cross Translation:

From	To	Via
• snoeken	→ fischen; angeln	↔ fish — intransitive: to try to catch fish

snoek:

snoek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de snoek
der Hecht
- Hecht [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor snoek:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hecht	snoek	butler; herenknecht; kamerbediende; kamerdienaar; snoekduik
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Hecht	snoek

Verwante woorden van "snoek":

snoeken

Wiktionary: snoek

snoek

noun

een roofvis die in zoete wateren voorkomt
- snoek → Hecht

snoek

noun

Ichthyologie: länglicher Raubfisch des Süßwassers, mit langem Kopf und starken Zähnen
- Hecht → snoek

Cross Translation:

From	To	Via
• snoek	→ Hecht	↔ pike — any fish of the genus Esox
• snoek	→ Hecht	↔ brochet — poisson d’eau doux, au corps allonger et dont la bouche est garnir de dents nombreux, fortes et pointues (genre Esox).
• snoek	→ Hecht	↔ grand brochet — zoologie\|nocat Espèce de poisson osseux d'eau douce, un brochet qui habite les fleuves et rivières, les lacs et les étangs d'Europe, d'Amérique du Nord, d'Asie et du Maroc.