Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. priemen:
  2. priem:
  3. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. priemen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor priemen (Nederlands) in het Duits

priemen:

priemen werkwoord (priem, priemt, priemde, priemden, gepriemd)

  1. priemen
    stechen
    • stechen werkwoord (steche, stichst, sticht, stach, stacht, gestochen)

Conjugations for priemen:

o.t.t.
  1. priem
  2. priemt
  3. priemt
  4. priemen
  5. priemen
  6. priemen
o.v.t.
  1. priemde
  2. priemde
  3. priemde
  4. priemden
  5. priemden
  6. priemden
v.t.t.
  1. heb gepriemd
  2. hebt gepriemd
  3. heeft gepriemd
  4. hebben gepriemd
  5. hebben gepriemd
  6. hebben gepriemd
v.v.t.
  1. had gepriemd
  2. had gepriemd
  3. had gepriemd
  4. hadden gepriemd
  5. hadden gepriemd
  6. hadden gepriemd
o.t.t.t.
  1. zal priemen
  2. zult priemen
  3. zal priemen
  4. zullen priemen
  5. zullen priemen
  6. zullen priemen
o.v.t.t.
  1. zou priemen
  2. zou priemen
  3. zou priemen
  4. zouden priemen
  5. zouden priemen
  6. zouden priemen
en verder
  1. ben gepriemd
  2. bent gepriemd
  3. is gepriemd
  4. zijn gepriemd
  5. zijn gepriemd
  6. zijn gepriemd
diversen
  1. priem!
  2. priemt!
  3. gepriemd
  4. priemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor priemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stechen priemen een barrage rijden; etsen; graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen; prikken; steken; steken geven; troef zijn

Verwante woorden van "priemen":


Wiktionary: priemen

priemen
verb
  1. met een priem bewerken

Cross Translation:
FromToVia
priemen aufhebeln pry — use leverage to open or widen
priemen steppen; stacheln; stechen; stecken; sticheln piquer — Traductions à trier suivant le sens

priem:

priem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de priem
    die Ahle; der Pfriem
    • Ahle [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Pfriem [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor priem:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ahle priem
Pfriem priem elsbes

Verwante woorden van "priem":


Wiktionary: priem

priem
noun
  1. auch (n): Schuhmacherwerkzeug: Ahle, Pfriem

Cross Translation:
FromToVia
priem Hebel pry — lever
priem Alasna; alansa; Ahle; Pfriem alènepoinçon de fer dont on se sert pour percer et coudre le cuir.



Duits

Uitgebreide vertaling voor priemen (Duits) in het Nederlands

priemen:

priemen werkwoord (prieme, priemst, priemt, priemte, priemtet, gepriemt)

  1. priemen (kauen; Tabak kauen)
    kauwen
    • kauwen werkwoord (kauw, kauwt, kauwde, kauwden, gekauwd)

Conjugations for priemen:

Präsens
  1. prieme
  2. priemst
  3. priemt
  4. priemen
  5. priemt
  6. priemen
Imperfekt
  1. priemte
  2. priemtest
  3. priemte
  4. priemten
  5. priemtet
  6. priemten
Perfekt
  1. habe gepriemt
  2. hast gepriemt
  3. hat gepriemt
  4. haben gepriemt
  5. habt gepriemt
  6. haben gepriemt
1. Konjunktiv [1]
  1. prieme
  2. priemest
  3. prieme
  4. priemen
  5. priemet
  6. priemen
2. Konjunktiv
  1. priemte
  2. priemtest
  3. priemte
  4. priemten
  5. priemtet
  6. priemten
Futur 1
  1. werde priemen
  2. wirst priemen
  3. wird priemen
  4. werden priemen
  5. werdet priemen
  6. werden priemen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde priemen
  2. würdest priemen
  3. würde priemen
  4. würden priemen
  5. würdet priemen
  6. würden priemen
Diverses
  1. priem!
  2. priemt!
  3. priemen Sie!
  4. gepriemt
  5. priemend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor priemen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kauwen Tabak kauen; kauen; priemen