Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hockey:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hockey:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hockey (Nederlands) in het Duits

hockey:

hockey [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hockey
    Hockey
    • Hockey [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hockey:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Hockey hockey

Verwante woorden van "hockey":


Wiktionary: hockey

hockey
noun
  1. Sport: Ballsportart, bei der versucht wird, einen Ball mit gekrümmten Schlägern ins gegnerische Tor zu schießen.



Duits

Uitgebreide vertaling voor hockey (Duits) in het Nederlands

Hockey:

Hockey [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Hockey
    het hockey
    • hockey [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hockey:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hockey Hockey

Synoniemen voor "Hockey":

  • Mannschaftssport; Teamsport

Wiktionary: Hockey

Hockey
noun
  1. Sport: Ballsportart, bei der versucht wird, einen Ball mit gekrümmten Schlägern ins gegnerische Tor zu schießen.

Verwante vertalingen van hockey