Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stormloop (Nederlands) in het Duits
stormloop:
-
de stormloop (bestorming; aanval; run; attaque; stormaanval; offensief)
Vertaal Matrix voor stormloop:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Angriff | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | klopjacht; razzia |
Ansturm | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | klopjacht; oploopje; razzia; samenkomst; toeloop |
Bestürmung | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | klopjacht; razzia |
Erstürmung | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | klopjacht; razzia |
Sturmangriff | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop | |
Sturmlauf | aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop |
Verwante woorden van "stormloop":
stormloop vorm van stormlopen:
-
de stormlopen (runs)
-
stormlopen
Conjugations for stormlopen:
o.t.t.
- loop storm
- loopt storm
- loopt storm
- lopen storm
- lopen storm
- lopen storm
o.v.t.
- liep storm
- liep storm
- liep storm
- liepen storm
- liepen storm
- liepen storm
v.t.t.
- heb stormgelopen
- hebt stormgelopen
- heeft stormgelopen
- hebben stormgelopen
- hebben stormgelopen
- hebben stormgelopen
v.v.t.
- had stormgelopen
- had stormgelopen
- had stormgelopen
- hadden stormgelopen
- hadden stormgelopen
- hadden stormgelopen
o.t.t.t.
- zal stormlopen
- zult stormlopen
- zal stormlopen
- zullen stormlopen
- zullen stormlopen
- zullen stormlopen
o.v.t.t.
- zou stormlopen
- zou stormlopen
- zou stormlopen
- zouden stormlopen
- zouden stormlopen
- zouden stormlopen
en verder
- ben stormgelopen
- bent stormgelopen
- is stormgelopen
- zijn stormgelopen
- zijn stormgelopen
- zijn stormgelopen
diversen
- loop storm!
- loopt storm!
- stormgelopen
- stormlopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stormlopen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Anstürmen | runs; stormlopen | |
Stürmen | runs; stormlopen | stormen |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anstürmen | stormlopen | aanstormen; aanvallen; afstormen op; attaqueren; bestormen; overvallen |
bestürmen | stormlopen | aanvallen; attaqueren; bestormen; overvallen |
stürmen | stormlopen | binnenstormen; binnenvliegen; hard waaien; in de voorhoede spelen; stormen |