Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- steil:
-
Wiktionary:
- steil → steil, jäh
- steil → steil, schroff, jäh, abrupt, abschüssig, barsch, brüsk, zerklüftet, zusammenhanglos, unvermutet, plötzlich, unvorbereitet, zusammenhanglös, starr, steif
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- steil:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor steil (Nederlands) in het Duits
steil:
-
steil (schuin aflopend; hellend)
steil; schräg; schief; abschüssig-
steil bijvoeglijk naamwoord
-
schräg bijvoeglijk naamwoord
-
schief bijvoeglijk naamwoord
-
abschüssig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor steil:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abschüssig | hellend; schuin aflopend; steil | aflopend; flauw hellend; glooiend |
schief | hellend; schuin aflopend; steil | aflopend; dwars; faliekant; finaal; flauw hellend; glooiend; hartstikke; helemaal; niet echt; ongepast; onkies; onvertogen; scheef; schuin; vals; verkeerd; vierkant; volstrekt |
schräg | hellend; schuin aflopend; steil | aflopend; flauw hellend; glooiend |
steil | hellend; schuin aflopend; steil | gaaf; mieters; schitterend; tof |
Verwante woorden van "steil":
Wiktionary: steil
steil
Cross Translation:
adjective
steil
-
onder een grote helling ten opzichte van horizontaal
- steil → steil
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steil | → steil; schroff; jäh; abrupt | ↔ abrupt — extremely steep |
• steil | → steil | ↔ arduous — hard to climb |
• steil | → steil | ↔ sheer — straight up and down; vertical; perpendicular |
• steil | → steil | ↔ steep — near-vertical |
• steil | → abschüssig; steil; barsch; brüsk; schroff; zerklüftet; abrupt; jäh; zusammenhanglos; unvermutet; plötzlich; unvorbereitet; zusammenhanglös | ↔ abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre. |
• steil | → abschüssig; steil | ↔ escarpé — Qui est en pente raide. |
• steil | → steil; schroff; abschüssig; jäh; starr; steif | ↔ raide — Traductions à trier suivant le sens |
Verwante vertalingen van steil
Duits
Uitgebreide vertaling voor steil (Duits) in het Nederlands
steil:
-
steil (schief; schräg; abschüssig)
steil; schuin aflopend; hellend-
steil bijvoeglijk naamwoord
-
schuin aflopend bijvoeglijk naamwoord
-
hellend bijvoeglijk naamwoord
-
-
steil (dufte; toll; tipp-topp; schick; großartig; super; tadellos; hervorragend; stark; herrlich; gut; riesig; hoch; prima)
schitterend; gaaf; mieters; tof-
schitterend bijvoeglijk naamwoord
-
gaaf bijvoeglijk naamwoord
-
mieters bijvoeglijk naamwoord
-
tof bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor steil:
Synoniemen voor "steil":
Wiktionary: steil
steil
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steil | → steil | ↔ abrupt — extremely steep |
• steil | → uitputtend; moeilijk te beklimmen; steil; zwaar | ↔ arduous — hard to climb |
• steil | → recht; steil | ↔ sheer — straight up and down; vertical; perpendicular |
• steil | → steil | ↔ steep — near-vertical |
• steil | → steil; bars; bruusk; kortaangebonden; abrupt; kortaf | ↔ abrupt — Dont la pente est escarpée et comme rompre. |
• steil | → steil | ↔ escarpé — Qui est en pente raide. |
• steil | → abrupt; bruusk; kortaf; gespannen; ingespannen; pakkend; spannend; strak; houterig; star; stijf; stram; stug; steil | ↔ raide — Traductions à trier suivant le sens |