Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- verdichten:
-
Wiktionary:
- verdichten → komprimieren, kondensieren, verkleinern, einschließen, spannen, klemmen, pressen, zwängen, zusammendrücken
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
verdichten:
Het woord verdichten is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van duits naar nederlands.-
Synoniemen voor "verdichten":
konzentrieren; subsumieren; unterordnen; zusammenfassen
komprimieren; zusammendrücken
-
Synoniemen voor "verdichten":
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verdichten (Nederlands) in het Duits
verdichten:
-
verdichten (verzinnen; bedenken; uitdenken; fantaseren; voorwenden)
ausdenken; erfinden; ersinnen; phantasieren; planen; sich ausdenken; erdichten; austüfteln; ausklügeln-
ersinnen werkwoord
-
phantasieren werkwoord (phantasiere, phantasierst, phantasiert, phantasierte, phantasiertet, phantasiert)
-
sich ausdenken werkwoord (denke mich aus, denkst dich aus, denkt sich aus, dachte sich aus, dachtet euch aus, sich ausgedacht)
-
austüfteln werkwoord (tüftele aus, tüftelst aus, tüftelt aus, tüftelte aus, tüfteltet aus, ausgetüftelt)
-
ausklügeln werkwoord (klügele aus, klügelst aus, klügelt aus, klügelte aus, klügeltet aus, ausgeklügelt)
Conjugations for verdichten:
o.t.t.
- verdicht
- verdicht
- verdicht
- verdichten
- verdichten
- verdichten
o.v.t.
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtten
- verdichtten
- verdichtten
v.t.t.
- heb verdicht
- hebt verdicht
- heeft verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
v.v.t.
- had verdicht
- had verdicht
- had verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
o.t.t.t.
- zal verdichten
- zult verdichten
- zal verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
o.v.t.t.
- zou verdichten
- zou verdichten
- zou verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
diversen
- verdicht!
- verdicht!
- verdicht
- verdichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verdichten:
Wiktionary: verdichten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdichten | → komprimieren | ↔ compress — to press together into a smaller space |
• verdichten | → komprimieren | ↔ compress — to condense |
• verdichten | → kondensieren; verkleinern | ↔ condense — to decrease size or volume |
• verdichten | → einschließen; spannen; klemmen; pressen; zwängen; zusammendrücken; kondensieren; komprimieren | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
Computer vertaling door derden:
Duits
Uitgebreide vertaling voor verdichten (Duits) in het Nederlands
verdichten:
Synoniemen voor "verdichten":
Computer vertaling door derden: