Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kosteloos:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kosteloos (Nederlands) in het Duits

kosteloos:

kosteloos bijvoeglijk naamwoord

  1. kosteloos (gratis; zonder kosten; pro deo; voor niets)
    kostenlos; kostenfrei; frei; umsonst; gebührenfrei; unentgeltlich

Vertaal Matrix voor kosteloos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frei gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten bandeloos; benaderbaar; beschikbaar; disponibel; frank; genaakbaar; in vrijheid; ledig; leeg; losbandig; niet belast; onafhankelijk; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; rechttoe; spontaan; toegankelijk; uit vrije wil; vacant; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebührenfrei gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten
kostenfrei gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten
kostenlos gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten
umsonst gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten ijdel; niets; niks; nutteloos; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat
unentgeltlich gratis; kosteloos; pro deo; voor niets; zonder kosten

Verwante woorden van "kosteloos":

  • kosteloosheid

Wiktionary: kosteloos

kosteloos
adverb
  1. ohne eine Bezahlung zu verlangen:

Cross Translation:
FromToVia
kosteloos kostenlos; gratis; umsonst free — obtainable without payment