Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gebarentaal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gebarentaal (Nederlands) in het Duits

gebarentaal:

gebarentaal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de gebarentaal (doventaal)
    die Tobensprache; die Gebärdensprache

Vertaal Matrix voor gebarentaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gebärdensprache doventaal; gebarentaal
Tobensprache doventaal; gebarentaal

Wiktionary: gebarentaal

gebarentaal
noun
  1. taal waarin men door gebaren en gezichtsexpressies communiceert

Cross Translation:
FromToVia
gebarentaal Gebärdensprache; Zeichensprache sign — sign language in general
gebarentaal Gebärdensprache sign language — sign language
gebarentaal Gebärdensprache langue des signeslangue gestuelle utilisant les mouvements des mains, du visage et du corps dans son ensemble, employée par les personnes sourdes ou muettes, ou malentendantes pour communiquer.