Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zich bukken (Nederlands) in het Duits
zich bukken: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Wiktionary: zich bukken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zich bukken | → neigen; beugen; bücken; lehnen; ausgießen; ausschütten | ↔ pencher — Incliner (sens général) |