Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- scholen:
- schol:
-
Wiktionary:
- scholen → schulen, ausbilden
- scholen → unterrichten, schulen, lernen, lehren, belehren, instruieren, unterweisen
- schol → Scholle, Goldbutt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor scholen (Nederlands) in het Duits
scholen:
-
scholen (opleiden)
-
de scholen
Vertaal Matrix voor scholen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Schulen | scholen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ausbilden | opleiden; scholen | bekwamen; coachen; evolueren; harden; oefenen; ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen; trainen |
dressieren | opleiden; scholen | africhten; dier africhten; dresseren; temmen; trainen |
schulen | opleiden; scholen |
Verwante woorden van "scholen":
Wiktionary: scholen
scholen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• scholen | → unterrichten; schulen | ↔ school — educate, teach, or train |
• scholen | → lernen; lehren; belehren; instruieren; unterrichten; unterweisen | ↔ apprendre — acquérir une connaissance ou un savoir-faire. |
schol:
Vertaal Matrix voor schol:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Scholle | schol | brok; ijsschol; ijsschots; klont; suikerklontje |
Verwante woorden van "schol":
Verwante definities voor "schol":
Wiktionary: schol
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schol | → Scholle; Goldbutt | ↔ plie — zoologie|nocat=1 Une des espèces de poissons osseux surtout marins, certains poisson plat. |
• schol | → Scholle | ↔ plie commune — zoologie|nocat Espèce de poisson osseux souvent marin, un poisson plat des fonds sablonneux ou vaseux, parfois de graviers, notamment de l'Atlantique et de Méditerranée, au corps ovale. |
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van scholen
Duits
Uitgebreide vertaling voor scholen (Duits) in het Nederlands
scholen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- Schoß: huis; perceel; gebouw; pand; bouwwerk; schoot; bovenbenen
- ölen: smeren; invetten; oliën; inoliën; vertrekken; verwijderen; weggaan; opstappen; wegtrekken; afreizen; wegreizen; doorsmeren; zalven
Computer vertaling door derden: