Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onverschilligheid (Nederlands) in het Duits

onverschilligheid:

onverschilligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de onverschilligheid (gevoelloosheid; ongeïnteresseerdheid; afgestomptheid; ongevoeligheid; gevoelsarmoede)
    die Gleichgültigkeit; die Unempfindlichkeit; die Empfindungslosigkeit; die Gedankenlosigkeit; die Kaltblütigkeit; die Gefühllosigkeit
  2. de onverschilligheid (indolentie; laksheid)
    die Trägheit; die Laschheit; die Laxheit; die Lauheit

Vertaal Matrix voor onverschilligheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Empfindungslosigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid
Gedankenlosigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid gedachteloos zijn; gedachteloosheid; gesuf; onnadenkendheid; suffen
Gefühllosigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid emotieloosheid; gevoelloosheid; meedogenloosheid; ongevoeligheid; verdoofdheid
Gleichgültigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid
Kaltblütigkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid koelbloedigheid
Laschheit indolentie; laksheid; onverschilligheid indolentie; inertie; krachteloosheid; laksheid; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapheid; slapte; sloomheid; sulligheid; traagheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
Lauheit indolentie; laksheid; onverschilligheid indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
Laxheit indolentie; laksheid; onverschilligheid indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid
Trägheit indolentie; laksheid; onverschilligheid daadloosheid; gemakzucht; indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; lethargie; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid; vadsigheid; willoosheid
Unempfindlichkeit afgestomptheid; gevoelloosheid; gevoelsarmoede; ongevoeligheid; ongeïnteresseerdheid; onverschilligheid immuniteit; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte

Verwante woorden van "onverschilligheid":


Wiktionary: onverschilligheid


Cross Translation:
FromToVia
onverschilligheid Gleichgültigkeit indifference — the state of being indifferent
onverschilligheid Gleichgültigkeit indifférence — Traductions à trier suivant le sens

onverschilligheid vorm van onverschillig:

onverschillig bijvoeglijk naamwoord

  1. onverschillig (indifferent; laconiek; lauw; ongeïnteresseerd; ongevoelig)
    ungerührt; uninterressiert; gleichgültig; egal; einerlei; indifferent; unparteiisch; teilnamslos
  2. onverschillig (ongeïnteresseerd)
    egal; uninterressiert; gleichgültig; teilnahmslos; unmotiviert
  3. onverschillig (onbewogen; koelbloedig)
    unerschütterlich; unberührt; teilnahmslos; gelassen; unbeteiligt; ungerührt; unbewegt

Vertaal Matrix voor onverschillig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
egal indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; plat; strak; van één kleur; vlak; vlakuit; zonder grond
einerlei indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig eender; gelijk; hetzelfde; idem; om het even; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; zonder grond
gelassen koelbloedig; onbewogen; onverschillig bedaard; beheerst; evenwichtig; geduldig; gelaten; gelijkmoedig; gerust; in evenwicht; kalm; kalm afwachtend; lankmoedig; lijdzaam; luchthartig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; ongebruikt; ongeopend; onverzwakt; rustig; stoïcijns; zorgeloos
gleichgültig indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig afstandelijk; koel; koud; om het even wat; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongeopend; onverschillig wat; onverzwakt; zonder grond
indifferent indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig neutraal; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; onzijdig; zonder grond
teilnahmslos koelbloedig; onbewogen; ongeïnteresseerd; onverschillig lijzig; log; loom; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; zonder grond
teilnamslos indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig
unberührt koelbloedig; onbewogen; onverschillig emotieloos; gaaf; gevoelloos; hard; hardvochtig; harteloos; kuis; liefdeloos; maagdelijk; onaangebroken; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbevlekt; ongebruikt; ongeopend; ongerept; ongevoelig; onschuldig; onverzwakt; puur; rein; virginaal; zielloos; zuiver
unbeteiligt koelbloedig; onbewogen; onverschillig
unbewegt koelbloedig; onbewogen; onverschillig bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverstoorbaar; onverzwakt; rustig; sereen
unerschütterlich koelbloedig; onbewogen; onverschillig ferm; fiks; flink; houterig; onverstoorbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; stevig; stijf; stijve; stram; stroef; vasthoudend; volhardend
ungerührt indifferent; koelbloedig; laconiek; lauw; onbewogen; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig gerust; koel; koud; luchthartig; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onbekommerd; onberoerd; onbesuisd; onbewogen; onbezorgd; ongebruikt; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongeopend; zonder grond; zorgeloos
uninterressiert indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; zonder grond
unmotiviert ongeïnteresseerd; onverschillig ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; zonder grond
unparteiisch indifferent; laconiek; lauw; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig neutraal; objectief; onpartijdig; onzijdig

Verwante woorden van "onverschillig":


Antoniemen van "onverschillig":


Verwante definities voor "onverschillig":

  1. zonder belangstelling of betrokkenheid1
    • hij gaf een onverschillig antwoord1

Wiktionary: onverschillig


Cross Translation:
FromToVia
onverschillig unbekümmert; sorglos careless — not concerned or worried
onverschillig teilnahmslos; gleichgültig indifferent — not caring
onverschillig gleichgültig; indifferent indifférent — Qui ne présente en soi aucune cause de détermination, aucun motif de préférence.