Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hinniken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hinniken (Nederlands) in het Duits

hinniken:

hinniken werkwoord (hinnik, hinnikt, hinnikte, hinnikten, gehinnikt)

  1. hinniken (paardegeluid maken)
    wiehern; schnaufen; schnauben
    • wiehern werkwoord (wiehere, wieherst, wiehert, wieherte, wiehertet, gewiehrt)
    • schnaufen werkwoord (schnaufe, schnaufst, schnauft, schnaufte, schnauftet, geschnauft)
    • schnauben werkwoord (schnaube, schnaubst, schnaubt, schnaubte, schnaubtet, geschnaubt)

Conjugations for hinniken:

o.t.t.
  1. hinnik
  2. hinnikt
  3. hinnikt
  4. hinniken
  5. hinniken
  6. hinniken
o.v.t.
  1. hinnikte
  2. hinnikte
  3. hinnikte
  4. hinnikten
  5. hinnikten
  6. hinnikten
v.t.t.
  1. heb gehinnikt
  2. hebt gehinnikt
  3. heeft gehinnikt
  4. hebben gehinnikt
  5. hebben gehinnikt
  6. hebben gehinnikt
v.v.t.
  1. had gehinnikt
  2. had gehinnikt
  3. had gehinnikt
  4. hadden gehinnikt
  5. hadden gehinnikt
  6. hadden gehinnikt
o.t.t.t.
  1. zal hinniken
  2. zult hinniken
  3. zal hinniken
  4. zullen hinniken
  5. zullen hinniken
  6. zullen hinniken
o.v.t.t.
  1. zou hinniken
  2. zou hinniken
  3. zou hinniken
  4. zouden hinniken
  5. zouden hinniken
  6. zouden hinniken
diversen
  1. hinnik!
  2. hinnikt!
  3. gehinnikt
  4. hinnikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor hinniken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schnauben hinniken; paardegeluid maken briesen; een loopneus hebben; een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven
schnaufen hinniken; paardegeluid maken blazen; een loopneus hebben; een snuif nemen; hijgen; insnuiven; opsnuiven; puffen; snuiven; zwaar ademhalen
wiehern hinniken; paardegeluid maken

Wiktionary: hinniken

hinniken
verb
  1. het geluid van een paard voortbrengen
hinniken
verb
  1. äußern, rufen (eines Pferdes)

Cross Translation:
FromToVia
hinniken wiehern neigh — (of a horse) to make its cry
hinniken schreien; blöken; brüllen; quaken; wiehern; iahen; gackern crierjeter un ou plusieurs cris.
hinniken wiehern hennirfaire entendre son cri ordinaire, parler du cheval.
hinniken heulen; blöken; brüllen; quaken; wiehern; schreien; iahen; gackern hurler — Traductions à trier suivant le sens