Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- bitter:
- Wiktionary:
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- bitter:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bitter (Nederlands) in het Duits
bitter:
-
bitter (bitter van smaak)
-
bitter (galachtig; zuur)
bitter; herb; bitterlich-
bitter bijvoeglijk naamwoord
-
herb bijvoeglijk naamwoord
-
bitterlich bijvoeglijk naamwoord
-
-
bitter (zeer boos; kwaad; woedend; giftig; nijdig)
Vertaal Matrix voor bitter:
Verwante woorden van "bitter":
Synoniemen voor "bitter":
Verwante definities voor "bitter":
Wiktionary: bitter
bitter
Cross Translation:
adjective
bitter
-
ter omschrijving van een vaak als onaangenaam ervaren smaak
- bitter → bitter
adjective
-
Präfix bitter- zur Steigerung von unangenehm: bitterkalt, bitterböse, bitterernst
-
Geschmack: eine von vielen Menschen als unangenehm empfundene Geschmacksrichtung
-
übertragen: im Sinn von unangenehm
- bitter → naar; schrijnend; bitter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bitter | → bitter | ↔ bitter — having an acrid taste |
• bitter | → erbittert; verhasst; feindlich; hässlich | ↔ bitter — hateful or hostile |
• bitter | → bitter; sauer | ↔ amer — Qui a une saveur âpre et généralement désagréable, comme celui de la quinine ou du café. |
• bitter | → scharf; bitter; grell; herb; beißend; heftig; hart; rau; streng | ↔ âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant. |
Verwante vertalingen van bitter
Duits
Uitgebreide vertaling voor bitter (Duits) in het Nederlands
bitter:
-
bitter
-
bitter (herb; bitterlich)
-
bitter (bitterlich; herb)
-
bitter (grimmig; heftig; hart)
Vertaal Matrix voor bitter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
zuur | Gurken und Zwiebel im Essig; Säure | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bitter | bitter; bitterlich; herb | aufgebracht; böse; erzürnt; geladen; sauer; sehr böse; wütend; ärgerlich |
galachtig | bitter; bitterlich; herb | |
zuur | bitter; bitterlich; herb | herb; sauer; sauer schmeckend |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bitter van smaak | bitter | |
bitterachtig | bitter; bitterlich; herb | |
ondragelijk | bitter; grimmig; hart; heftig | |
onverdraagbaar | bitter; grimmig; hart; heftig |
Synoniemen voor "bitter":
Wiktionary: bitter
bitter
Cross Translation:
adjective
bitter
-
Präfix bitter- zur Steigerung von unangenehm: bitterkalt, bitterböse, bitterernst
- bitter → schrijnend; bitter
-
übertragen: im Sinn von unangenehm
- bitter → naar; schrijnend; bitter
-
Geschmack: eine von vielen Menschen als unangenehm empfundene Geschmacksrichtung
- bitter → bitter
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bitter | → scherp | ↔ bitter — harsh, piercing or stinging |
• bitter | → bitter | ↔ bitter — having an acrid taste |
• bitter | → bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend | ↔ acerbe — Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre |
• bitter | → bitter | ↔ amer — Qui a une saveur âpre et généralement désagréable, comme celui de la quinine ou du café. |
• bitter | → bitter; bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend | ↔ âcre — Qui a quelque chose de piquant et d’irritant. |
• bitter | → bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend | ↔ âpre — Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût. |