Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- debiteren:
-
Wiktionary:
- debiteren → debitieren
- debiteren → dividieren, teilen, einteilen, gliedern, verteilen, zerlegen, zerteilen, aufteilen, absetzen, umsetzen, belasten, debitieren, erzählen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor debiteren (Nederlands) in het Duits
debiteren:
-
debiteren
Vertaal Matrix voor debiteren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
belasten | debiteren | bezwaren; gewicht toevoegen; opladen elektriciteit; opnieuw laden; verzwaren; zwaarder maken |
Wiktionary: debiteren
debiteren
Cross Translation:
verb
-
als vordering boeken
- debiteren → debitieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• debiteren | → dividieren; teilen; einteilen; gliedern; verteilen; zerlegen; zerteilen; aufteilen; absetzen; umsetzen; belasten; debitieren | ↔ débiter — vendre d’une façon continue, répéter, surtout au détail. |
• debiteren | → erzählen | ↔ raconter — Conter, narrer, faire le récit |