Nederlands
Uitgebreide vertaling voor braaf (Nederlands) in het Duits
braaf:
-
braaf (zoet; lief; voorbeeldig; deugdzaam)
brav; vorbildlich; artig; sittsam-
brav bijvoeglijk naamwoord
-
vorbildlich bijvoeglijk naamwoord
-
artig bijvoeglijk naamwoord
-
sittsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
braaf (rechtschapen; rechtvaardig; eerlijk; rechtgeaard)
Vertaal Matrix voor braaf:
Verwante woorden van "braaf":
Synoniemen voor "braaf":
Antoniemen van "braaf":
Verwante definities voor "braaf":
Wiktionary: braaf
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• braaf | → konform; unverfänglich; gewöhnlich | ↔ innocuous — inoffensive |
• braaf | → brav; tapfer; tüchtig; wacker; beherzt; artig | ↔ brave — courageux ; vaillant |
• braaf | → beherzt; dreist; getrost; mutig; tapfer; brav; tüchtig; wacker; artig | ↔ vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux. |