Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- annonceren:
-
Wiktionary:
- annonceren → annoncieren, ankündigen, anzeigen, avisieren, melden, anmelden, verkünden, ansagen, inserieren, einrücken, stecken, einsetzen, hineintun, hineinlegen, hineinstecken, einführen, einleiten, hineinbringen, hineinschaffen, hineintreiben, hereinbringen, hereinschaffen, bekannt machen, aufbieten, veröffentlichen
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor annonceren (Nederlands) in het Duits
annonceren:
-
annonceren (advertentie; adverteren; aankondiging; annonce; annoncering)
-
annonceren (aankondigen)
-
annonceren (per advertentie aankondigen; adverteren)
-
annonceren (een advertentie plaatsen)
Conjugations for annonceren:
o.t.t.
- annonceer
- annonceert
- annonceert
- annonceren
- annonceren
- annonceren
o.v.t.
- annonceerde
- annonceerde
- annonceerde
- annonceerden
- annonceerden
- annonceerden
v.t.t.
- heb geannonceerd
- hebt geannonceerd
- heeft geannonceerd
- hebben geannonceerd
- hebben geannonceerd
- hebben geannonceerd
v.v.t.
- had geannonceerd
- had geannonceerd
- had geannonceerd
- hadden geannonceerd
- hadden geannonceerd
- hadden geannonceerd
o.t.t.t.
- zal annonceren
- zult annonceren
- zal annonceren
- zullen annonceren
- zullen annonceren
- zullen annonceren
o.v.t.t.
- zou annonceren
- zou annonceren
- zou annonceren
- zouden annonceren
- zouden annonceren
- zouden annonceren
diversen
- annonceer!
- annonceert!
- geannonceerd
- annoncerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor annonceren:
Wiktionary: annonceren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• annonceren | → annoncieren; ankündigen; anzeigen; avisieren; melden; anmelden; verkünden; ansagen; inserieren | ↔ annoncer — Faire connaître. |
• annonceren | → einrücken; stecken; einsetzen; inserieren; hineintun; hineinlegen; hineinstecken; einführen; einleiten; hineinbringen; hineinschaffen; hineintreiben; hereinbringen; hereinschaffen; ankündigen; anzeigen; avisieren; melden; anmelden; verkünden; bekannt machen; ansagen; annoncieren | ↔ introduire — Faire entrer une chose dans une autre. |
• annonceren | → aufbieten; veröffentlichen; ankündigen; anzeigen; avisieren; melden; anmelden; verkünden; bekannt machen; ansagen; annoncieren; inserieren | ↔ publier — rendre public et notoire. |
Computer vertaling door derden:
Duits
Uitgebreide vertaling voor annonceren (Duits) in het Nederlands
annonceren: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Computer vertaling door derden: