Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zone:
  2. zône:
  3. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Zone:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zone (Nederlands) in het Duits

zone:

zone [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zone (gebied; terrein; gordel; territorium; streek)
    Gebiet; die Zone; der Bereich; Gelände; der Bezirk; die Fläche; die Gegend; die Region
    • Gebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zone [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bereich [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gelände [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezirk [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fläche [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gegend [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Region [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de zone
    die Zone
    • Zone [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zone:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bereich gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone band; bereik; bouwterrein; cacheregio; deelvenster; district; draagwijdte; gebied; gebiedsdeel; gewest; kavel; navigatieplaats; perceel; provincie; range; rayon; realm; rechtsgebied; regio; reikwijdte; ressort; rijksonderdeel; scope; sector; terrein; verspreidingsgebied; zoekbereik
Bezirk gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone arrondissement; district; erf; gebied; gebiedsdeel; gewest; grondgebied; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; terrein; territorium
Fläche gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone bouwterrein; bouwwerk; gebied; gebouw; kavel; oppervlak; oppervlakte; pand; perceel; terrein; vlak
Gebiet gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone bouwterrein; bouwwerk; district; erf; gebied; gebiedsdeel; gebouw; gewest; grondgebied; hoek; kavel; kring; kringel; kringvormig; oord; pand; perceel; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium
Gegend gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone gebied; gewest; gouw; hoek; landstreek; omgeving; omstreek; omtrek; oord; plaats; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek
Gelände gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone bouwterrein; erf; gebied; grondgebied; kavel; perceel; terrein; territorium
Region gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone gebied; gebiedsdeel; gewest; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; streek
Zone gebied; gordel; streek; terrein; territorium; zone erf; gebied; gebiedsdeel; gewest; grondgebied; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; terrein; territorium; zône
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fläche gebied

Verwante woorden van "zone":

  • zones

Wiktionary: zone

zone
noun
  1. een bepaald afgebakend gebied
zone
noun
  1. bestimmtes Gebiet, bestimmter Bereich (zum Beispiel für bestimmte Nutzungen oder für unterschiedliche Tarife im Post-, Telefon- oder Verkehrswesen)

Cross Translation:
FromToVia
zone areal zone — didactique|fr bande ou marque plus ou moins circulaire.

zône:

zône [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. zône
    die Zone
    • Zone [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zône:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Zone zône erf; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; grondgebied; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone

Verwante vertalingen van zone



Duits

Uitgebreide vertaling voor zone (Duits) in het Nederlands

Zone:

Zone [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zone (Gebiet; Bereich; Gelände; )
    het gebied; de zone; het terrein; de gordel; het territorium; de streek
    • gebied [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [de ~] zelfstandig naamwoord
    • terrein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gordel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • territorium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Zone (Territorium; Gelände; Gebiet; )
    het grondgebied; het terrein; het territorium; het erf
  3. die Zone (Gebietsteil; Region; Bereich; )
    het gebiedsdeel
  4. die Zone (Himmelsgegend; Klimagürtel)
    de luchtstreek; de klimaatgordel
  5. die Zone
    zône
    • zône [znw.] zelfstandig naamwoord
  6. die Zone
    de zone
    • zone [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Zone (Umkreis; Bezirk; Region; Gegend; Umgebung)
    rayon van een bedrijf; de rayon
  8. die Zone (Provinz; Bezirk; Region; )
    de provincie; het rechtsgebied; de rayon; het ressort; rijksonderdeel; het gebied; het gewest

Vertaal Matrix voor Zone:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erf Bezirk; Gebiet; Gelände; Grundstück; Gut; Revier; Territorium; Zone Bauernhof; Gut; Hof; Höfe
gebied Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Bezirk; Ebene; Einsatz; Einsätze; Erweiterung; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gegend; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Landstriche; Navigationsort; Parzelle; Posten; Region
gebiedsdeel Bereich; Bezirk; Gebiet; Gebietsteil; Region; Revier; Territorium; Zone
gewest Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstriche; Region
gordel Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Region; Zone Festungsmauer; Gurt; Gürtel; Leine; Riemen
grondgebied Bezirk; Gebiet; Gelände; Grundstück; Gut; Revier; Territorium; Zone
klimaatgordel Himmelsgegend; Klimagürtel; Zone Klimazone
luchtstreek Himmelsgegend; Klimagürtel; Zone
provincie Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Bereich; Bezirk; Gebiet; Provinz; Region
rayon Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Umgebung; Umkreis; Zone Bereich; Bezirk; Gebiet; Glanzstoff; Kunstseide; Region; Reyon
rayon van een bedrijf Bezirk; Gegend; Region; Umgebung; Umkreis; Zone
rechtsgebied Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Arrondissement; Bezirk; Gerichtsbarkeit; Gerichtsstand; Rechtsgebiet; Verwaltungsbereich; Verwaltungsbezirk
ressort Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone Bereich; Bezirk; Gebiet; Region
rijksonderdeel Bereich; Bezirk; Gebiet; Gegend; Landstrich; Ort; Provinz; Rechtsgebiet; Region; Zone
streek Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Region; Zone Flausen; Gau; Gebiet; Gegend; Landstriche; Lauer; Provinz; Region; Scherz; Schäkerei; Spaß; Spaßen; Späßchen; Streich; Ulk
terrein Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Grundstück; Gut; Region; Revier; Territorium; Zone Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten
territorium Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Grundstück; Gut; Region; Revier; Territorium; Zone Kreis; Revier; Territorium
zone Bereich; Bezirk; Fläche; Gebiet; Gegend; Gelände; Region; Zone
zône Zone
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
rayon Gebiet

Synoniemen voor "Zone":


Wiktionary: Zone

Zone
noun
  1. bestimmtes Gebiet, bestimmter Bereich (zum Beispiel für bestimmte Nutzungen oder für unterschiedliche Tarife im Post-, Telefon- oder Verkehrswesen)
Zone
noun
  1. een bepaald afgebakend gebied

Cross Translation:
FromToVia
Zone gordel belt — geographical region

Verwante vertalingen van zone