Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- samenzweren:
-
Wiktionary:
- samenzweren → sich verschwören, konspirieren
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor samenzweren (Nederlands) in het Duits
samenzweren:
-
samenzweren (komplotteren)
-
samenzweren (samenspannen)
sich verschwören; zusammenrotten-
sich verschwören werkwoord (verschwöre mich, verschwörst dich, verschwört sich, verschwörte sich, verschwörtet euch, sich verschwört)
-
zusammenrotten werkwoord (rotte zusammen, rottest zusammen, rottet zusammen, rottete zusammen, rottetet zusammen, zusammengerottet)
-
Conjugations for samenzweren:
o.t.t.
- zweer samen
- zweert samen
- zweert samen
- zweren samen
- zweren samen
- zweren samen
o.v.t.
- zweerde samen
- zweerde samen
- zweerde samen
- zweerden samen
- zweerden samen
- zweerden samen
v.t.t.
- heb samengezworen
- hebt samengezworen
- heeft samengezworen
- hebben samengezworen
- hebben samengezworen
- hebben samengezworen
v.v.t.
- had samengezworen
- had samengezworen
- had samengezworen
- hadden samengezworen
- hadden samengezworen
- hadden samengezworen
o.t.t.t.
- zal samenzweren
- zult samenzweren
- zal samenzweren
- zullen samenzweren
- zullen samenzweren
- zullen samenzweren
o.v.t.t.
- zou samenzweren
- zou samenzweren
- zou samenzweren
- zouden samenzweren
- zouden samenzweren
- zouden samenzweren
en verder
- ben samengezworen
- bent samengezworen
- is samengezworen
- zijn samengezworen
- zijn samengezworen
- zijn samengezworen
diversen
- zweer samen!
- zweert samen!
- samengezworen
- samenzwerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor samenzweren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Intrige | komplotteren; samenzweren | |
Intrigieren | komplotteren; samenzweren | |
Klompottieren | komplotteren; samenzweren | |
Machenschaft | komplotteren; samenzweren | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sich verschwören | samenspannen; samenzweren | |
zusammenrotten | samenspannen; samenzweren |
Wiktionary: samenzweren
samenzweren
verb
samenzweren
-
geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij
- samenzweren → sich verschwören
verb
-
mit dem Gegner gegen Obrigkeiten zusammenarbeiten