Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. honk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor honk (Nederlands) in het Duits

honk:

honk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het honk
    Haus; die Wohnung
    • Haus [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Wohnung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor honk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Haus honk blok; bouwterrein; bouwwerk; complex; gebied; gebouw; huis; kavel; onroerende goederen; onroerende zaken; pand; perceel; speelgoedblok; terrein; vastgoed
Wohnung honk accommodatie; appartement; behuizing; huis; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; residentie; tehuis; thuis; verblijf; verblijfplaats; woning; woonhuis

Verwante woorden van "honk":

  • honken

Wiktionary: honk


Cross Translation:
FromToVia
honk Absicht; Plan; Ziel; Zweck dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)