Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- gelijke:
- gelijk:
-
Wiktionary:
- gelijke → Ebenbild, gleich, Gleichgestellte, Gleichgestellter, eben, ebenbürtig, Gleichaltriger, Gleichaltrige, Ebenbürtiger, Beaufsichtigender
- gelijk → Recht
- gelijk → gleich
- gelijk → gleich, eben, nach, wie, gleichförmig, glatt, geläufig, flach, platt, Flach-
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor gelijke (Nederlands) in het Duits
gelijke:
-
de gelijke (weerga)
Vertaal Matrix voor gelijke:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Gegenstück | gelijke; weerga | antipool; antithese; pendant; tegendeel; tegenhanger; tegenpool |
Gleiche | gelijke; weerga | dezelfde |
Verwante woorden van "gelijke":
Wiktionary: gelijke
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gelijke | → Ebenbild | ↔ counterpart — something that resembles something else |
• gelijke | → gleich | ↔ equal — mathematics: exactly identical |
• gelijke | → gleich | ↔ equal — the same in all respects |
• gelijke | → Gleichgestellte; Gleichgestellter | ↔ equal — person or thing of equal status to others |
• gelijke | → eben | ↔ even — flat and level |
• gelijke | → ebenbürtig | ↔ match — attribute equaling or exceeding |
• gelijke | → Gleichaltriger; Gleichaltrige; Ebenbürtiger; Beaufsichtigender | ↔ peer — someone or something of equal level |
gelijk:
-
gelijk (soortgelijk)
-
gelijk (vlak; effen; egaal; glad; geslepen; strak; plat; vlakuit)
-
gelijk (identiek; hetzelfde; exact hetzelfde; eender; eenvormig; net zo; geheel gelijk)
gleich; dasselbe; gleichwertig; identisch; dieselbe; gleichförmig; unverändert; derselbe; einheitlich; gleichartig; einförmig; einander gleich; einander entsprechend-
gleich bijvoeglijk naamwoord
-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
identisch bijvoeglijk naamwoord
-
dieselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichförmig bijvoeglijk naamwoord
-
unverändert bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
einheitlich bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
einförmig bijvoeglijk naamwoord
-
einander gleich bijvoeglijk naamwoord
-
einander entsprechend bijvoeglijk naamwoord
-
-
gelijk (meteen; onmiddellijk; direct; terstond; dadelijk)
augenblicklich; direkt; sofort-
augenblicklich bijvoeglijk naamwoord
-
direkt bijvoeglijk naamwoord
-
sofort bijvoeglijk naamwoord
-
-
gelijk (hetzelfde; idem; eender)
– precies zoals iets of iemand anders 1dasselbe; gleichwertig; gleichartig; derselbe; einerlei-
dasselbe bijvoeglijk naamwoord
-
gleichwertig bijvoeglijk naamwoord
-
gleichartig bijvoeglijk naamwoord
-
derselbe bijvoeglijk naamwoord
-
einerlei bijvoeglijk naamwoord
-
-
het gelijk
Vertaal Matrix voor gelijk:
Verwante woorden van "gelijk":
Synoniemen voor "gelijk":
Antoniemen van "gelijk":
Verwante definities voor "gelijk":
Wiktionary: gelijk
gelijk
Cross Translation:
noun
gelijk
-
juistheid, recht
- gelijk → Recht
adjective
-
Ähnlichkeit mehrerer Dinge; Die Eigenschaften zweier Dinge unterscheiden sich wenig, bzw. gar nicht.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gelijk | → gleich | ↔ alike — having resemblance; similar |
• gelijk | → gleich | ↔ equal — mathematics: exactly identical |
• gelijk | → gleich | ↔ equal — the same in all respects |
• gelijk | → eben | ↔ even — flat and level |
• gelijk | → gleich | ↔ like — similar |
• gelijk | → nach; wie | ↔ like — somewhat similar to |
• gelijk | → gleichförmig | ↔ uniform — unvarying |
• gelijk | → glatt; geläufig | ↔ lisse — Sans aspérité ni rayure. |
• gelijk | → flach; platt; eben; glatt; Flach- | ↔ plat — sans relief. |
Computer vertaling door derden: