Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
energisch
|
|
doortasten
|
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
energisch
|
|
flink
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
energisch
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; geducht; in hoge mate; kordaat; krachtdadig; krachtig; levendig; standvastig; sterk; vief; vol fut; voortvarend
|
entschieden
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
absoluut; bepaald; beslist; dapper; doortastend; drastisch; een zekere; eenduidig; ferm; gedetermineerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; ondubbelzinnig; onverschrokken; onweerlegbaar; ronduit; stellig; sterk; stout; stoutmoedig; vast en zeker; vastbesloten; zeker
|
entschlossen
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
absoluut; beslist; dapper; doortastend; drastisch; ferm; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; onverschrokken; ronduit; standvastig; stellig; sterk; stout; stoutmoedig; vastbesloten; zeker
|
entschlußfähig
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
ferm; kordaat; standvastig
|
forsch
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
doortastend; drastisch; energiek; ferm; fiks; flink; fors; fysiek sterk; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; massief; niet hol; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vief; vol fut
|
resolut
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
|
selbstsicher
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
assertief; zelfbewust; zelfverzekerd
|
sicher
|
beslist; besluitvaardig; gedecideerd; kordaat; resoluut; vastberaden
|
absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; duidelijk; echt; een zekere; feitelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast; vast en zeker; vastbesloten; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig
|